TV NL EN

Letitia Peerwijk (51)

‘Ik was niet tevreden over haar schooladvies, ik wist dat ze meer kon.’

Portret – Letitia Peerwijk woont in Amsterdam Zuidoost en heeft twee dochters van 13 en 16. Eerder spraken we haar over haar financiële situatie, voor het onderzoek ‘Keihard werken, amper rondkomen’. We spreken weer met haar af, dit keer om het te hebben over de tijd dat haar dochters op de basisschool zaten.

Haar jongste dochter zit nu in de tweede klas van de havo, de oudste in de eindexamenklas van het vmbo. Peerwijk vindt dat haar dochters goed terecht zijn gekomen, met hulp van haarzelf en de school. ‘Om half acht ’s ochtends, nog voor de briefing van de docenten, sprak ik af met de lerares, die mij de lesstof uitlegde. Zodat ik na schooltijd mijn eigen kind bijles kon geven.’ Als ouder zette zij een stap extra om haar kinderen alle kansen te geven.

Volgens Letitia Peerwijk haalde haar oudste dochter mede dankzij de inspanningen van haar juf uit groep 8 het schooladvies vmbo-t/havo. ‘Haar onderwijzeres drong echt tot de kinderen door. Ze hield de kinderen langer op school, om ze klaar te stomen voor de Cito-toets.’

Ook de lerares uit groep 8 van haar jongste dochter was volgens Peerwijk erg betrokken. Peerwijk was ontevreden over het voorlopige vmbo-t advies dat ze kreeg van de groep zeven docent. Na drie maanden kwam het kennismakingsgesprek met de nieuwe groep acht juf. ‘Ik dacht dat ze makkelijk vwo zou kunnen doen. Sinds de eerste groepen van de basisschool had ze een hoog niveau op haar rapporten, A+. De docent beloofde me dat ze het uit haar ging proberen te halen.’

Vrijwillig-verplichte ouderbijdrage

Hoewel Letitia Peerwijk het niet breed heeft, heeft ze niet het idee dat financiële belemmeringen een grote rol speelden bij de ontwikkeling van haar kinderen, mede omdat ze consequent was met betalingen. ‘Je had de ‘vrijwillige’ ouderbijdrage. Wij noemden hem vrijwillig-verplicht.’ De bijdrage, à 45 euro per kind per jaar, was feitelijk een voorwaarde om mee te kunnen op schoolreisje. Van de ouderbijdrage betaalt de school het schoolreisje, maar ook andere activiteiten zoals de sinterklaasviering.

‘Je wilt je kind niet aandoen dat ze het hele jaar door naar school gaan en dat ze aan het eind van het jaar zeggen dat je niet mee mag omdat je niet hebt betaald. Nu is de regelgeving aangescherpt, maar destijds gingen kinderen niet mee op schoolreis vanwege die bijdrage.’

Mee op schoolreisje

Peerwijk geeft aan dat het belangrijk is dat kinderen mee kunnen doen met de rest. Dat de school op de hoogte is van wat er speelt thuis. ‘Er was een meisje dat nooit brood meekreeg naar school, haar ouders konden dat niet betalen. Speciaal voor haar smeerde de school elke dag wat boterhammen.’

De rol van ouders is óók ontzettend belangrijk, maar soms zijn de mogelijkheden beperkt. ‘Er was een meisje op school waarvan de ouders nooit naar school kwamen, ook niet voor ouderavonden. Maar het was een slim kind, ze leerde heel goed. Later heb ik haar moeder leren kennen, het bleek dat ze doof is. Ze ging niet naar de school toe, omdat ze niets kon verstaan.’

Peerwijk zelf vindt het belangrijk om actief betrokken te zijn bij de school. ‘Toen ze jonger waren ging ik mee op schoolreisje. Ik wil met de leerkracht praten, het is belangrijk om jezelf te informeren als ouder. Misschien is je kind wel een zwakke leerling en ben je er niet van op de hoogte.’ Daarnaast is betrokken zijn ook een manier om te waken voor uitsluiting en te controleren of problemen bij het kind liggen of bij de school. ‘Je wilt niet dat de leraar je kind anders behandelt dan de rest. Als er een probleem is wil ik weten: moet ik me zorgen maken om mijn kind of over de school?’

Leren als ouder

Peerwijk veranderde van baan toen haar jongste dochter naar groep zeven ging, de reistijd werd hierdoor langer waardoor ze minder betrokken kon zijn op school. ‘Mijn dochter klaagde op een gegeven moment: ‘Andere moeders komen en u komt niet.’ Eerst was ik binnen acht minuten op mijn werk, nu ik op de Jan van Galenstraat werk, moet ik drie kwartier reizen.’

Toch blijft ze naar bijeenkomsten en cursussen gaan. Je moet blijven leren als ouder, vindt ze. ‘Vooral als je als ouder zelf niet in Nederland op de basisschool hebt gezeten. Ik kwam naar Nederland toen ik 34 was, vanuit Suriname, dus wist ik niet hoe alles reilt en zeilt.’ In de groepen 1, 2 en 3 gaf ze haar kinderen zelf bijles. ‘Maar naarmate ze ouder werden, begreep ik de stof minder goed.’

In groep vier kreeg haar dochter sommen mee naar huis die ze moeilijk vond. ‘Het lukte me niet om te helpen. Waarop de juf voorstelde om mij te onderwijzen. Om half acht ’s ochtends, nog voor de briefing van de docenten, sprak ik af met de lerares, die mij de lesstof uitlegde. Zodat ik na schooltijd mijn eigen kind bijles kon geven.’

Haar kinderen zijn nu allebei op hun plek, vindt ze. ‘Mijn jongste dochter zit in de tweede klas van de havo, ze wil rechter worden of psycholoog. De oudste gaat waarschijnlijk verpleegkunde studeren. Ik zeg tegen ze, ‘Begin maar, dan kijken we wel waar je terecht komt.’

Volgens Peerwijk is de sleutel tot gelijke kansen in het onderwijs dat de school ieder kind kent. Dat de school van ieder kind weet wat de achtergrond is en wat er speelt thuis. Dat ze met de ouders praten om te begrijpen wat er aan de hand is. ‘Ik denk dat dat het beste is voor het kind. Zodra ze iets opmerken, moet de school vragen stellen aan de ouders. De ouders op gesprek laten komen, dan voelen ouders zich gehoord.’

 De Balie Live Journalism vraagt ouders naar ervaringen met hun kinderen op de basisschool. Want juist bij ‘Gelijke kansen op de basisschool’ is het belangrijk dat ouders gehoord worden. Ben je ouder en wil je je verhaal kwijt? Mail naar livejournalism@debalie.nl

Praat mee over gelijke kansenBijeenkomst maandag 10 februari
Meld je aan voor de nieuwsbriefOp de hoogte blijven van Live Journalism?

Juist bij ‘Gelijke kansen op de basisschool’ is het belangrijk dat ouders gehoord worden.