TV NL EN

Hulp voor kinderen met risico op achterstand: zelf doen, of inhuren?

Wildgroei van externe partijen

door
De Balie Live Journalism / Manon Stravens
Artikel – In de aanpak van kansenongelijkheid werken veel scholen samen met externe partijen, zoals stichtingen, zelfstandigen en grote bedrijven. Schoolleiders en leerkrachten zijn er blij mee, maar er klinkt ook kritiek. “Er zwermen ongezond veel instellingen op en rond de school.” 

Beeld: atelierPRO

Persoonlijke aandacht van tutoren, in een kleine setting, dagelijks en onder schooltijd. Het op een positieve manier betrekken van leerkrachten en ouders. En goede afstemming met school.

Dat zijn de belangrijkste ingrediënten om kwetsbare kinderen bij de les te houden en gelijke leerkansen te bevorderen, zegt Anne Kielman van Stichting The Bridge Learning Interventions, die kinderen met leerachterstanden in het basis- en voortgezet onderwijs begeleidt. “Want meer rust en focus leidt tot een betere concentratie, en dat vermindert gedragsproblemen.” Ook in coronatijd, nu leerkrachten en schoolleiders hun zorgen uiten over de leerachterstanden die kwetsbare kinderen dreigen op te lopen, is persoonlijke aandacht – op afstand – de sleutel tot goed onderwijs. 

Maatwerk aan kinderen geven die extra aandacht nodig hebben, is een uitdaging in tijden van passend onderwijs en lerarentekorten, zegt Kielman. “Voor leerkrachten is het heel moeilijk lesgeven aan een heterogene klas, met grote verschillen in leerachterstanden.” De tutoren van de stichting hebben de tijd om een vertrouwensband op te bouwen met leerlingen en ouders. “De intensieve aandacht die wij geven, kun je niet verwachten van een leerkracht met een volle klas.” Behalve dagelijks een uur bijles onder schooltijd, vooral op rekenen, is er veel aandacht voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van een leerling.

Schokkend verschil 
“Het kost wel wat”, zegt Kielman. Drie ton voor zestig leerlingen op onder meer vijf basisscholen in Amsterdam Zuidoost, gefinancierd door de gemeente Amsterdam. Maar de zogeheten High Dosage Tutoring-methode, overgewaaid uit de Verenigde Staten, is wel bewezen effectief, weet ze. Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, die de interventies evalueert, blijkt dat de kinderen die een half jaar meededen aan het tutorprogramma, 71% van hun achterstand ingehaald hadden. Kinderen die niet deelnamen, haalden 17% in. “Toch een schokkend verschil.”

Voor gelijke kansen, moet je ongelijk investeren, luidt het mantra van de Amsterdamse wethouder onderwijs Marjolein Moorman. Ze heeft kansenongelijkheid hoog op de agenda staan en maakt er de komende jaren miljoenen voor vrij. Veel scholen werken daarin samen met externe partijen, zo blijkt uit de resultaten van een enquête van De Balie Live Journalism en AT5 onder Amsterdamse basisscholen. Van taallessen voor nieuwkomers en praktijkonderwijs voor de doeners onder de kinderen tot naschoolse activiteiten, ouderkamers, hulp bij scheiding, mindfulness, huiswerkbegeleiding, en nog veel meer. Ruim 45% van de ruim 100 onderwijsprofessionals die de enquête invulden, zegt dat de school samenwerkt met minstens een externe partij. Vaak zijn het er meerdere. Stichtingen, hulpinstanties, zelfstandigen, maar ook grote commerciële partijen, zoals de Rabobank. Of het effectief is, is niet altijd duidelijk. Nog geen 20% zegt dat de activiteiten worden geëvalueerd. Ruim de helft van de respondenten weet niet of dat gebeurt. 

Versnipperd en niet duurzaam
Toch zijn scholen vaak blij met die extra handen. Ze worden ontlast, leerkrachten kunnen zich richten op de broodnodige kernvakken en de ingehuurde externen vangen soms zelfs een deel van het lerarentekort op. Maar er klinkt ook kritiek. “De hulpverlening is veel te versnipperd”, schreef een schooldirecteur van een school in Nieuw-West, die anoniem wil blijven. Een bestuurslid van een ander mentorprogramma voor kinderen merkte op dat er “ongezond veel” instellingen van zijn soort zijn, en pleit voor sanering. “We moeten aantoonbaar bewijzen welke instellingen er nou echt toe doen.”

“Scholen zijn vrij om te kiezen met wie ze willen werken. Dus is er een groeiende markt van partijen die van alles aanbieden om kansenongelijkheid aan te pakken”, zegt onderwijssocioloog Maurice Crul. Crul is betrokken bij het beoordelen van gemeentelijke subsidieaanvragen voor het tegengaan van kansenongelijkheid waar scholen op inschrijven. Hij zag allerlei aanbieders op het vlak van sport, gezonde voeding, kunst, bijles voorbij trekken. “Vooral basisscholen hebben niet altijd de tijd en mankracht om de beste partijen uit te zoeken. Middelbare scholen kunnen dit vaak beter.” Bovendien bouwt de school door inkoop van externe expertise geen eigen expertise op en als de subsidie stopt valt die expertise vaak weer weg. Dat is niet echt duurzaam.” En, zoals ook al blijkt uit de enquête van Live Journalism, is er volgens Crul weinig onderzoek naar wat werkt en wat niet.

Leuk is geen criterium
Om die reden zijn er ook scholen die het betrekken van externen juist tot een minimum beperken. “Ik ben er niet zo fan van”, zegt Marjan de Smit, directeur van de Olympiaschool. “We doen zoveel mogelijk met onze eigen mensen. Dan is het ingebed in de school.” Haar mailbox loopt over van de aanbiedingen, zegt ze. “Er komt ongelooflijk veel op je af. Leuke dingen, extra dingen. Dan bellen ze op met een mooi verhaal, over digitale geletterdheid bijvoorbeeld. Met VR-brillen en andere gadgets. Leuk voor de kinderen, zeggen ze dan. Maar leuk is geen criterium. Als directeur en bestuur moet je daar heel kritisch op zijn, vind ik. Dit soort bedrijven weet ook met een mooi verhaal de directe weg naar de subsidies te vinden.”

De Smit wijst niet alles af. De school werkt met onder meer samen met jeugdtheater De Krakeling en de Dutch Club, een bedrijf dat Nederlandse les verzorgt voor kinderen van expats die werken voor Booking.com. “Het moet klikken met de mensen van de aanbieder, en ze moeten zich gedragen alsof ze hier ook op school horen. Ze moeten flexibel zijn, zoals de Dutch club, die bereid is om ook andere kinderen dan alleen die van de werknemers van Booking.com les te geven.” Vooral de afstemming is heel belangrijk, zegt ze. “De activiteiten moeten naadloos aansluiten bij wat de school doet.”

Geen parallel systeem 
Daarom doet The Bridge de bijlessen bewust onder schooltijd, binnen schoolgebouwen en in nauw overleg met de leerkrachten. Via die korte lijntjes kunnen tutor en leerkracht sparren over wat de leerling nodig heeft. Kielman onderzoekt samen met de gemeente of scholen de High Tutoring Dosage methode in de toekomst deels zelf kunnen doen of dat het goedkoper kan. “Dat moet het doel zijn, er moet geen parallel systeem naast de school bestaan.” Gezien de huidige hoge kosten, rest nog wel de vraag hoe schaalbaar de interventie namelijk is.

Juist nu hebben we alle handen nodig, zegt Menno van de Koppel van Onderwijs Consumenten Organisatie OCO. “Het enorme lerarentekort en de coronacrisis raken de kwetsbaarste kinderen het hardst. Externe gespecialiseerde partijen kunnen juist nu dat maatwerk leveren, mits goed afgestemd met de school.” Scholen hebben volgens hem door het lerarentekort extra budget, om mensen in te vliegen. “De vraag is welke diensten je nodig hebt”, zegt Van de Koppel. “Kernvakken moeten zoveel mogelijk door bevoegde leerkrachten worden gegeven, maar sport, muzieklessen en handenarbeid kunnen ook door goede deelspecialisten worden gedaan. Bijlessen om leerachterstanden in te halen ook. Die persoon hoeft geen breuken en staartdelingen uit te leggen, maar kan wel dat ene kind extra aandacht geven.” Goede samenwerkingsafspraken maken over onder meer aansluiting op de lesstof en de voortgang zijn wel cruciaal, zegt Van de Koppel.

Zelfvertrouwen
De persoonlijke en dagelijkse aandacht zijn goud waard, zegt ook Kielman van The Bridge. “Veel kinderen die we begeleiden hebben geen vertrouwen in zichzelf en de toekomst. Met de tutoren ontstaat een vertrouwensband, en daarmee ook beter zicht op – en eventuele problemen in – de thuissituatie.” 

Daarnaast belt de tutor wekelijks met de ouders, ook als het goed gaat. “We nodigen ze uit om te komen kijken in de lessen, vragen wat hun kind nodig heeft. Vaak zijn ouders wantrouwig omdat ze alleen gebeld worden als er een probleem is.” Die positieve aandacht werkt, zegt Kielman. “De scholen waarschuwden ons aanvankelijk altijd niet veel voor te stellen van ouderbetrokkenheid, maar doorgaans bereiken we 90% van de ouders.” De onderzoeksresultaten van de UvA laten zien dat die kinderen het echt wel kunnen, dat is heel hoopgevend, ook voor de ouders.”

“Die persoonlijke aandacht is wat de scholen ook nu in coronatijd van ons vragen”, zegt Kielman. Aanvankelijk was het bereik minder, met zo’n 60% van de kinderen en ouders. “Inmiddels geven we nu aan 95% van de leerlingen virtuele tutoring – twee uur per week – in Zuidoost, om ook de leerkrachten te ontlasten. En we weten bijna alle ouders wekelijks te bereiken. We hopen begin juni misschien weer (deels) fysiek aan de slag te kunnen op de scholen, maar dat hangt natuurlijk samen met de kabinetsplannen en het beleid vanuit de scholen.” 

Wat is De Balie Live Journalism?

De Balie Live Journalism & AT5 onderzoeken kansenongelijkheid Amsterdams basisonderwijs.
Lees hier alle vijf de stukken:

– Overkoepelende aanpak ontbreekt (I)

Overkoepelende aanpak ontbreekt (II)

Reacties schoolbesturen: “Werken aan gelijke kansen betekent ook meer doen waar dat nodig is.”

Oorzaken kansenongelijkheid volgens onderwijsprofessionals.

Je bent nu hier. Maatwerk voor kinderen met risico op achterstand: zelf doen, of inhuren?