Handhaver beter bewapenen of meer politiecapaciteit?
De 500 handhavers, de oren en de ogen van de openbare orde, zijn onmisbaar. Zeker nu er minder politie op straat is. Maar kunnen zij hun werk wel veilig genoeg doen met de middelen en opleiding die ze hebben?
Bijeenkomst – Amsterdam verandert rap. De 500 handhavers, de oren en de ogen van de openbare orde, zijn onmisbaar. Zeker nu er minder politie op straat is. Maar kunnen zij hun werk wel veilig genoeg doen met de middelen en opleiding die ze hebben? “Je bent in een halve minuut afgetuigd.”
De BOA-bond, opleidingsbureau RadarVertige en drie raadsleden gingen met het publiek in debat in de Balie over de positie en toekomst van de handhaver, afgewisseld met een theatrale voorstelling over het werk en imago van de handhaver van nu. Kijk de uitzending terug.
Drie belangrijke punten, die opvielen:
“Als de politie als supervisor van de handhaver de veiligheid niet meer kan garanderen in bepaalde wijken, dan moeten ze de handhaver daar niet meer naartoe sturen.” – Sofyan Mbarki, raadslid PvdA.
De stad verandert, evenementen worden groter en massaler, toeristenstromen zwellen aan. Door drank- en drugsgebruik kunnen incidenten makkelijker escaleren. Fatsoen en respect zijn soms ver te zoeken. Gevolg: zo’n 86% van de handhavers heeft te maken met verbaal en fysiek geweld. Volgens Eric Lakenman van de BOA-bond en VVD-raadslid Rik Torn blijven de bevoegdheden en middelen achter bij de grotere uitdagingen waar ze voor staan. Betere bewapening, een combinatie van wapenstok, pepperspray en de bodycam, waarvoor de bond actievoert, moeten hen garanderen veilig hun werk te doen. “Want je bent in een halve minuut afgetuigd.”
Maar daar zijn de raadsleden Reinier van Dantzig (D66) en Sofyan Mbarki (Pvd) het niet mee eens. Meer bewapening roept ook meer agressie op. En niet iedereen kan even goed omgaan met geweldsmiddelen. “Niet alle problemen zijn met handhavers op te lossen, als de capaciteit van de politie onvoldoende is”, vindt Van Dantzig.
- Sofyan Mbarki, Rik Torn en Reinier Dantzig
“Het is de verantwoordelijkheid van de werkgever (de gemeente, en de politie als supervisor) eerlijk te zijn als de situatie niet veilig is”, voegt Mbarki toe. Beide raadsleden vinden dat er meer geïnvesteerd moet worden in de politie. De gemeente moet de mogelijkheid krijgen om meer capaciteit in te kopen via het Rijk, aldus Mbarki. Hij hamert ook op meer fatsoen en respect van de burger voor de handhaver, en de inzet van snelrecht.
“De politie kan nooit in drie minuten ter plaatse zijn om de handhaver in nood bij te staan” – politievertegenwoordiger in de zaal
De handhaver van nu voert zijn vak professioneel uit, dankzij betere opleiding, gestage uitbreiding van bevoegdheden en betere samenwerking met de politie, vertelt Bart Verhagen van opleidingsbureau RadarVertige. Noodzakelijke ontwikkelingen, want als gevolg van minder blauw op straat, nemen ook de taken én uitdagingen voor de handhaver toe.
- Handhavers in het publiek
Maar belandt een handhaver in een escalerende situatie, dan kan die bij de politie een oproep voor extra ondersteuning doen. Die moet dan in drie minuten ter plaatse zijn. In praktijk blijkt dat onmogelijk, zegt een vertegenwoordiger van de politie in de zaal. “Dat kunnen we al niet eens aan onze eigen collega’s garanderen. De afstanden die je moet afleggen, zijn soms al langer.” Daardoor moet de boa vaak langer wachten tot de politie ter plaatse is, met alle risico’s van dien.
“Handhavers moeten worden toegevoegd aan de overlegdriehoek van politie, justitie en gemeente. Daar wil ik me zeker hard voor maken” – Reinier van Dantzig, raadslid D66
De 500 handhavers van Amsterdam zijn de oren en ogen van de openbare orde, en weten het “melkertimago” van twintig jaar geleden langzaam van zich af te schudden. Maar kan en moet de handhaver dat gat van “achteruit hollende politiecapaciteit” wel opvullen, moeten we dat als samenleving wel willen? En vertroebelt de discussie over bewapening niet een veel fundamenteler debat over de gewenste rol, inzet en toekomst van de handhavers? Daarover moeten ze zelf kunnen meepraten, vindt Van Dantzig. “Handhavers moeten op niveau kunnen meepraten.”