Hoe thuisonderwijs gelijke kansen onder druk zet
Artikel – Nu de scholen gesloten zijn wegens het coronavirus, wordt er massaal thuisonderwijs gegeven. Wat betekent dat voor kansenongelijkheid?
Nu de scholen gesloten zijn wegens het coronavirus wordt er massaal thuisonderwijs gegeven. Wat betekent dat voor kansenongelijkheid?
Door Live Journalism-redacteuren Manon Stravens en Luuk Ex
Artikel – “Het is een gekkenhuis”, zegt Sunita Konings, teamleider op een basisschool in Geuzenveld. “Onze leerkrachten moeten ineens een digitale slag maken en zoeken naarstig naar manieren om instructies op afstand te geven. Hoe neem je filmpjes op? Hoe deel je een vragenlijst? Leuk, maar ook heftig want veel van mijn collega’s hebben ook nog hun eigen kinderen thuis die ze moeten lesgeven.”
Beeld: Regionaal Archief Alkmaar
Chatprogramma’s voor leerkrachten en leerlingen, webinars voor het maken van instructievideo’s, digitale lespakketten. Het moet allemaal in no-time worden ontwikkeld nu de scholen sinds deze week noodgedwongen dicht zijn vanwege het coronavirus. Nederland geeft massaal thuisonderwijs voor misschien wel een hele lange tijd. Maar hoe hard de leerkrachten ook werken, zorgen zijn er ook. Want voor veel kinderen zal het noodgedwongen digitale onderwijs een onoverbrugbare afstand creëren met hun leerkracht.
Geen idee hoe ze de dag doorkomen
Lang niet alle kinderen zitten braaf achter het beeldscherm, zo blijkt na de eerste dagen. “We hebben grote moeite om alle leerlingen te bereiken”, zegt Konings. “Ik denk dat we nu met de helft contact hebben, maar in sommige klassen is dat niet meer dan tien procent. De meeste ouders zitten in de onderwijscommunicatie-app, maar velen reageren niet. We horen van ouders die vooral blij zijn dat hun kinderen thuis zijn. Ze kunnen helpen in het huishouden in de vaak grote gezinnen.” Omdat niet alle ouders een mailadres hebben, probeert Konings de ouders zoveel mogelijk per telefoon te bereiken. “We vragen dan ook wat ze nodig hebben. Niet iedereen heeft laptops bijvoorbeeld.”
“Leerlingen op mijn school worden harder getroffen dan kinderen op andere scholen”, vertelt Konings. “Ze zijn minder gewend aan zelfstandig werken en hebben weinig ruimte in huis. Niet alle ouders kunnen breuken of tafels uitleggen. Ik denk dat het in veel gevallen zo zal zijn dat de ouder het kind voor een halve dag op zijn kamer zet en zegt: ‘je moet aan school werken.’ En verder niets. Terwijl kinderen het nu juist van hun omgeving moeten hebben. Van veel leerlingen hebben we geen idee hoe ze de dag doorkomen.”
Veiligheid en structuur
Ook Merel van Gaalen, leerkracht op basisschool De Notenkraker in Amsterdam-West maakt zich zorgen. “Ik schrok wel vandaag”, zegt ze telefonisch. “Sommige ouders komen relaxed de spullen voor thuiswerk ophalen. Maar ik zie ook veel stress en paniek. Ouders die vertellen dat ze meerdere kinderen hebben, maar slechts één computer thuis en dat ze zelf ook nog moeten werken. Zij zitten met de handen in het haar. Dat zijn ook nog vaak de ouders van kinderen waarvan ik weet dat ze meer begeleiding nodig hebben.”
“Behalve middelen moeten ouders ook structuur en ruimte kunnen bieden én het talent hebben om hun kind aan het werk te zetten. Dat kan niet iedereen”, zegt Van Gaalen. Denk aan de kinderen die thuis in een vervelende of onveilige situatie opgesloten zitten. School was voor hen de plek die veiligheid en structuur biedt.
Gelijkmaker valt weg
Dat de thuissituatie een hele grote invloed op de kansen van een kind heeft, kan je zien aan de zomervakantie, vertelt Herman van de Werfhorst, hoogleraar sociologie aan de Universiteit van Amsterdam. “Deze crisis is als een soort tweede zomervakantie. In de vakantieperiode zonder school neemt het leerniveau van kinderen met laagopgeleide ouders af, terwijl die van kinderen met hoogopgeleide ouders blijft groeien. Blijkbaar geven ouders hun kinderen bedoeld of onbedoeld dingen mee. Na deze periode zal dat gat dus nog groter worden.”
De coronacrisis zal grote gevolgen hebben voor de kansengelijkheid nu ook de eindtoets is geschrapt, denkt Van de Werfhorst. “Daarmee valt een grote gelijkmaker weg. Scholen zullen nu alleen van de schooladviezen van leerkrachten uitgaan en die blijken volgens recent onderzoek van de Onderwijsinspectie soms bevooroordeeld.” Kinderen met rijke en hoogopgeleide ouders krijgen vaker een hoger schooladvies dan de toets zou rechtvaardigen, dan kinderen van lager opgeleide ouders. “Dat beeld kan nu niet meer worden gecorrigeerd door de neutrale eindtoets.”
Hoewel de meerderheid van de scholen zegt klaar te zijn voor digitaal onderwijs, geldt dat niet voor alle scholen. “Er zijn nog steeds gezinnen die geen computers, ipads, of wifi hebben. Dat geldt met name voor praktisch opgeleiden, mensen die gevlucht zijn, de taal niet machtig zijn en mensen met een licht verstandelijke beperking”, weet Remco Pijpers van Stichting Kennisnet. “Wat ga je voor hen doen? Je kunt computers inzamelen, maar dan ben je er nog niet. Hoe geef je instructies op afstand als ouders niet kunnen helpen?”
Menselijk contact essentieel
En hoe digitaal onderwijs ook een uitkomst kan zijn voor krimpende klassen en het lerarentekort; het menselijke contact met de leerkracht blijft essentieel, zegt Pijpers. “Juist voor de kansarme kinderen. Dat een-op-eencontact, met de leerlingen en de ouders, maakt het verschil. Een gevoel van veiligheid en waardering krijgt een kind niet enkel uit lessen. En een leerling waarmee het niet goed gaat, geeft niet thuis via Whatsapp. Die moet je op een andere manier in de gaten kunnen houden.” Andersom kan een leerkracht volgens hem het contact met zijn of haar leerlingen ook erg missen bij digitaal onderwijs.
Het digitaal lesgeven staat nog helemaal in de kinderschoenen merkt Merel van Gaalen deze eerste week. “Ik zou het liefst elke dag een uurtje een video-instructie geven aan mijn leerlingen. Ze uitleggen welke sommen we gaan maken. Maar in de webinar waar ons werd uitgelegd hoe je zo’n instructievideo kan maken, zag ik onze instructor ook nog hannesen met de microfoon.” Er wordt ook gechat met de kinderen, zegt Van Gaalen. “Handig en leuk, maar lastiger voor de kinderen die moeite hebben met lezen en schrijven.”
Wat gaan de leerkrachten doen als de scholen tot juni gesloten blijven? “Geen idee”, zegt Sunita Konings. Nu worden er lesjes opgestuurd en heel veel huiswerk. Maar misschien moeten ze dan echt halve dagen achter de computer en contact maken via de webcam. Het onderwijs zal anders zijn. “We moeten keuzes maken, onze einddoelen aanpassen. De nadruk zal worden gelegd op cognitieve vakken zoals taal en rekenen en minder op het aanbieden van het brede onderwijspakket. En veel huiswerk. En dan maar hopen dat we de achterstand kunnen beperken. Maar onze kinderen lopen hoe dan ook een flinke achterstand op.”