Ivens: “Onderhoud moet prominent op de agenda blijven”
Bijeenkomst – Amsterdammers moeten achterstallig onderhoud blijven melden, zegt Wethouder Laurens Ivens, afgelopen dinsdag aanwezig op de slotvoorstelling Het Schimmelparadijs.
“De markt zou uit de woningmarkt gehaald moeten worden.” Wethouder Laurens Ivens (SP, Bouwen en Wonen), uitgenodigd voor het nagesprek bij de slotvoorstelling het Schimmelparadijs, ziet hoe huizen steeds meer handelswaar worden. Ten koste van de huurder en de woningkwaliteit.
“De problematiek die jullie schetsen in de voorstelling is treurig en heel herkenbaar. Ik heb deze verhalen en situaties ook zelf gezien en gehoord. Er zijn verhuurders die huurders eruit willen krijgen, ook met intimidatie. Omdat het rendement belangrijker is.” Dat wordt ook steeds makkelijker gemaakt, met de mogelijkheden van tijdelijke contracten en lage overdrachtsbelasting. “Het eigendomsrecht is beter geregeld dan het recht op wonen.”
De corporaties gingen ook niet vrijuit. Ivens erkent de problemen met vertraagde renovaties en de gevolgen daarvan voor bewoners. “Zolang een corporatie speelt met de sloopgedachte van een pand of complex, gaan ze niet investeren in een woning. En dat is voor veel mensen jarenlang een groot probleem geweest.” Ivens zegt de corporaties in een aantal wijken, de zogeheten ‘ontwikkelbuurten’ in onder meer Noord, Nieuw-West en Zuidoost, aan te sporen sneller plannen te maken.
De formele rol van de gemeente blijft echter beperkt, aldus Ivens. Het Bouwbesluit – de wettelijke eisen waar woningen aan moeten voldoen – geeft volgens hem minimale wettelijke gronden om eigenaren te dwingen tot onderhoud. “Geen mechanische ventilatie, schimmel, lood in het drinkwater als gevolg van leidingen zijn nog steeds een probleem in de stad, maar het Bouwbesluit staat dat allemaal toe. En dat is absurd.”
Bij de particuliere verhuurder, zijn de mogelijkheden nog beperkter. “Het is heel lastig om iets voor elkaar te krijgen, want particuliere verhuurders hebben andere belangen en kijken toch vooral naar het rendement.” Amsterdam onderzoekt de mogelijkheden voor een verhuurdersvergunning in de hoofdstad.
Dat betekent niet dat de gemeente niets kan doen. “Wat we kunnen doen is agenderen, huurders en eigenaren wijzen op de risico’s en zoveel mogelijke mensen met klachten naar Stichting !WOON krijgen.” Ook kondigde Ivens aan honderd Huurcommissiezaken uit 2018, waarbij een huurverlaging nog niet heeft geleid tot het oplossen van de gebreken, te gaan handhaven.
Tevens is het gemeentelijke meldpunt Woningkwaliteit nu ‘wegens succes’ verlengd. Ivens benadrukte nog eens te zijn geschrokken van de weinige mensen die in onze enquête aangaven (12% van de respondenten) naar de huurcommissie te stappen. “Dat is heel laag.” Het feit dat 10% van de respondenten zegt uit angst geen melding te doen, is volgens de wethouder veel te hoog.
Wat betreft de gemeentelijke capaciteit zei Ivens het aantal huidige meldingen goed af te kunnen handelen, maar wel een capaciteitsgebrek te verwachten als zich nu ineens heel veel meer mensen gaan melden. Sinds de start van het onderzoek van Live Journalism zijn er ook op het gemeentelijke meldpunt drie keer zoveel meldingen binnen gekomen, liet hij weten.
“Er was lang geen aandacht voor woningkwaliteit, dat is nu aan het veranderen. Politiek, maar ook onder Amsterdammers, die accepteren geen slechte woningen meer”, aldus Ivens. “We moeten dit onderwerp prominent op de agenda houden.”
Sinds de start van het onderzoek van Live Journalism zijn er ook op het gemeentelijke meldpunt drie keer zoveel meldingen binnen gekomen, liet hij weten.