TV NL EN

Kinderen uit huis plaatsen, kan dat menselijker?

Door
Martine Bakker
In samenwerking met
De Balie Live Journalism

Reportage – In Nederland zijn er zo’n 40 duizend kinderen uit huis geplaatst. In Amsterdam ging het vorig jaar om 1485 kinderen. Veel van hen, ervaren zo’n uithuisplaatsing als traumatisch. Kan het ook anders? Kindvriendelijker? En hoe dan? AT5 en De Balie sprak de afgelopen maanden met jongeren, ouders, een gezinsmanager van Jeugdbescherming en de Kinderombudsman.

Dertien jaar oud is Robert als zijn leraar op het Orion college na school tegen hem zegt dat hij niet meer terug naar huis mocht. “Ik moest heel erg huilen. Ik was er kapot van.”  Hij is nu 18 jaar en vele pleeggezinnen en instellingen verder. Aan zijn uithuisplaatsing ging veel huiselijk geweld vooraf. “Mijn moeder was agressief, ze schreeuwde tegen ons en gooide dingen kapot en bedreigde mijn stiefvader met een mes.”

Nooit meer thuis wonen
Op een avond loopt het zo uit de hand dat de buren de politie bellen en zijn moeder meenemen. Het gezin is dan al bekend bij Jeugdbescherming. Robert zal nooit meer thuis wonen, net als zijn twee zusjes. Ze worden los van elkaar in pleeggezinnen en instellingen geplaatst. Het duurt weken voordat hij contact kan krijgen met zijn oudere zus. Er gaan maanden overheen voordat hij zijn jongste zusje kan spreken. “Er werd mij niets uitgelegd en ik wist niet wat er zou gebeuren en waar ik terecht zou komen”, vertelt Robert. “Ik had graag gewild dat Jeugdbescherming mij hierop had voorbereid.”

“Er werd mij niets uitgelegd en ik wist niet wat er zou gebeuren en waar ik terecht zou komen”

Robert, werd op zijn 13e uit huis geplaatst

De afgelopen maanden spraken AT5 en onderzoekers van De Balie/Live Journalism met jongeren die in het verleden uit huis zijn geplaatst en met ouders. Ze vinden dat ze niet goed gehoord of voorbereid zijn door Jeugdbescherming. Vooral als er politiebegeleiding bij de uithuisplaatsing aanwezig is, ervaren kinderen en ouders dit als traumatisch.

Drie politieauto’s
“Drie auto’s vol politiemensen kwamen om mijn 7-jarige kind op te halen”, vertelt een moeder over de uithuisplaatsing van haar zoontje 6 maanden geleden. “Ze belden aan en riepen “Open de deur!”. Ik werd op de bank geduwd en moest blijven zitten. Mijn kind was in zijn kamer. Drie mensen zijn naar boven gegaan om hem te halen. Hij begon natuurlijk te schreeuwen en te huilen en had amper kleren aan. Hij heeft zich vastgeklampt aan alle deurposten in huis, maar ze hebben hem weggetrokken uit mijn huis. Toen ze hem meenamen hielden ze zijn hoofd vast, zodat hij niet meer naar me kon kijken. De agenten zeiden tegen mij dat ze gewapend waren, als een soort van bedreiging. Ze waren agressief. Ik wist ook niet waar hij heen gebracht zou worden.”

“Elke uithuisplaatsing is een dilemma. Het is het uiterste redmiddel”

Ilona Simons, Gezingsmanager Jeugdbescherming Amsterdam

 “Het is echt het uiterste redmiddel”, zegt gezinsmanager Ilona Simons van Jeugdbescherming. Ze heeft tien gezinnen onder haar hoede. Ze komt bij hen thuis en overlegt met de hulpverleners. Als er sprake is van een uithuisplaatsing is Simons op de rechtbank aanwezig en bij de uithuisplaatsing zelf. Ook bezoekt ze de plekken waar de kinderen terechtkomen. “Elke uithuisplaatsing is een dilemma”, legt Simons uit. “Een uithuisplaatsing heeft enorm veel impact op kinderen en ouders. Maar als we niet uit huis plaatsen zijn er ook zorgen. Over de veiligheid van het kind bijvoorbeeld. Het is niet kiezen tussen goed of kwaad.”

Simons: “Soms lopen de emoties bij een uithuisplaatsing zo hoog op, dat de uitleg bij ouders of kinderen niet goed landt. Dan moeten we later nog eens doen en ook vaker herhalen. Als er sprake is van fysieke agressie van ouders naar hulpverlening, politie of kinderen, denk ik dat het bijna niet anders kan dan de politie te betrekken bij een uithuisplaatsing. Maar je kunt het voorkomen door vooraf goed uit te leggen wat er gaat gebeuren en door samen te werken, ook met mensen om het gezin heen.”

Om uithuisplaatsingen te voorkomen, moet er vaak jaren eerder worden ingegrepen in gezinnen

Anne Martien van der Does, Kinderombudsman Amsterdam

Het is uiteindelijk een rechter die oordeelt of een kind uit huis wordt geplaatst. Het afgelopen jaar woonden in Amsterdam 1485 kinderen in bijvoorbeeld een instelling of pleeggezin vanwege een uithuisplaatsing. In 2020 ging het om 1975 kinderen en in 2019 waren het er 2110.  In Amsterdam daalt het aantal kinderen dat uit huis is geplaatst dus, maar die daling gaat nog lang niet snel genoeg, vindt Jeugdbescherming.

Eerder ingrijpen
“Om het aantal uithuisplaatsingen omlaag te krijgen, moet er al jaren eerder ingegrepen worden in gezinnen waar problemen ontstaan”, zegt Kinderombudsman Anne Martien van der Does. “Als de situatie eenmaal is geëscaleerd, is er soms geen andere mogelijkheid meer dan een uithuisplaatsing. Het is zaak om die escalatie te voorkomen. Dat hoeft niet altijd met jeugdhulp, daar zijn enorme wachtlijsten voor, maar kan ook schuldhulp zijn. Ouders die enorme schulden hebben en alleen maar bezig zijn om hun huis niet kwijt te raken, hebben vaak de denkkracht niet om ook nog hun kinderen goed op te voeden.” Ook de wachtlijsten voor ambulante hulpverlening  moeten opgelost, vindt Van der Does, zodat er meer mensen in het gezin zelf kunnen werken.

Ouders uit huis plaatsen
Gezinsmanager Ilona Simons wil zelfs nog een stap verder gaan. “Wat ik heel graag zou willen, is dat als het voor een kind thuis onveilig is, dat niet het kind maar één van de ouders uit huis geplaatst kan worden. Het kind is meestal niet de oorzaak. We kunnen dan de andere ouder met hulp ondersteunen en het kind kan in zijn vertrouwde omgeving opgroeien.” De reden dat dit nog niet gebeurt, is dat het wettelijk niet kan. Simons: “Als er problemen zijn rondom ouders, stellen we een kind onder toezicht. Wat we willen is de  mogelijkheid om een heel gezin onder toezicht te stellen.”

Schrijf je in voor de nieuwsbrief
De Balie Live Journalism nieuwsbrief