TV NL EN

‘Onder hoogspanning’: een nieuwe serie over de energietransitie

Mede mogelijk gemaakt door Vandebron

Wij zijn verheugd ons partnership met Vandebron aan te kondigen! Samen lanceren we een nieuwe programmareeks: Onder hoogspanning. In deze serie onderzoeken we de komende jaren de drijvende en botsende krachten achter de energietransitie. Deze complexe transitie vraagt om fundamentele beslissingen met grote politieke en economische gevolgen.

In Onder hoogspanning brengen we de verschillende spelers – overheden, bedrijven en consumenten – bij elkaar om inzicht te krijgen in de uiteenlopende belangen en uitdagingen van deze transitie.  De aftrap vindt plaats op 22 april. Onder leiding van programmamaker Katarina Schul en met aan tafel o.a. Diederik Samson, nemen we de ‘clean industrial deal’ onder de loep.

di 22 apr / 20:30
Klimaat en duurzaamheid Internationale politiek

Onder hoogspanning: een groene industriële revolutie

Met o.a. Diederik Samsom

Om Europa competitiever te maken, heeft Brussel een nieuwe industriepolitiek aangekondigd. Een pakket van 400 miljard euro moet de Europese industrie autonomer maken. Maar hoe ziet dat eruit?

Meer Info Tickets

De energietransitie is een urgente en complexe uitdaging, maar brengt tegelijkertijd volop kansen en mogelijkheden met zich mee. Met deze reeks kunnen we voorbij de headlines en politieke spelletjes kijken. Hoe versterken we ons energienetwerk? Wat is de werkelijke toekomst van kernenergie? Hoe kunnen we als Europa energie-autonoom worden? Dit zijn cruciale vragen die onze onafhankelijke redactie diepgaand onderzoekt. Dankzij de steun van Vandebron kan De Balie deze essentiële reeks realiseren.

Yoeri Albrecht, algemeen en artistiek directeur De Balie

De energietransitie is in volle gang en ook niet meer te stoppen. Maar hoe snel het gaat en hoe de rekening verdeeld wordt, dat vraagt om scherpe keuzes en échte actie. Wordt het een TGV of het lokale boemeltje? In Onder hoogspanning worden de gesprekken gevoerd die ertoe doen: waar zitten de knelpunten, wie neemt de leiding, en hoe zorgen we dat we niet vastlopen? Vandebron is trots om hier samen met De Balie aan bij te kunnen dragen.

Jasper van den Driest, ceo Vandebron

Vacature bar / bediening

Horeca | 0-32 uur | per direct

Per direct

In het hart van Amsterdam produceert De Balie talkshows en publieksprogramma’s over thema’s die ons allemaal aangaan. Met haar programmering vraagt De Balie voortdurend aandacht van publiek, politiek en media voor ontwikkelingen in de samenleving.

De Balie heeft een groot café-restaurant met ongeveer 120 zitplekken aan het Leidseplein. We serveren lunch en diner en verzorgen regelmatig luxe banqueting voor borrels. Het café-restaurant is een ontmoetingsplek voor publiek van de programma’s van De Balie en de andere theaters, bioscopen en podia rondom het Leidseplein.

Wie zoeken we?

Heb je ervaring in het zetten of serveren van 100.000 koffies per dag? Lukt het je om gezellig te blijven als iemand een latte-macchiato-soya-decaf met zoetjes besteld? En kijk je er nu al naar uit om toeristen uit te leggen waar het ‘Laaitsesquare’ is? Dan zoeken we jou!

Dit breng je mee

  • Horeca-ervaring is top maar geen must, een leergierige houding wel
  • Je bent woonachtig in regio Amsterdam
  • Een flexibele inzetbaarheid, ook in de avonden en weekenden

Dit bieden wij

  • Een salaris conform Horeca-cao (en op basis van ervaring)
  • Je kunt gratis naar onze programma’s en cinema
  • Je komt terecht in een professioneel, bevlogen en gezellig team
  • Een inspirerende werkplek in het hart van Amsterdam

Solliciteren

Stuur een mailtje met je cv naar Felix Folman, waarin je jezelf kort voorstelt. Zet “Sollicitatie horeca” in het onderwerp.

Acquisitie naar aanleiding van deze vacature wordt niet op prijs gesteld. De vacature sluit zodra er voldoende geschikte kandidaten gevonden zijn. 

International Women’s weekend in De Balie

With Roxane Gay and Ida Tin

In the weekend of International Women’s Day (7 March – 8 March), De Balie invites leading thinkers, creators, and entrepreneurs to reflect on contemporary feminism. In a world where radical right-wing politicians and tech bros seem to be joining forces, what challenges do women face?

On saturday March 8 we welcome author and cultural critic Roxane Gay (Bad Feminist, Hunger) and entrepeneur Ida Tin (menstrual health app Clue) in De Balie to discuss modern day feminism, the female body, popular culture and technology.

We end International Women’s Day in De Balie Café with dj Valentijn de Hingh playing from 22.00 till 00.30. Free entrance. Special Women’s Day Cocktails will be served!

vr 7 mrt / 20:00
Gendergelijkheid Kunst en Literatuur

‘Het is haar eigen schuld’: waarom we het over femicide moeten hebben

Met o.a. Ingrid Coenradie, Femke Halsema en Saskia Belleman

Bijna elke week wordt er een vrouw vermoord door haar (ex-)partner. Toch hebben we het er nauwelijks over. Hoe kunnen we het taboe rond femicide doorbreken?

Meer Info Tickets
za 8 mrt / 20:00
De Digitale Wereld Gendergelijkheid

Ida Tin and femtech in the age of techbros

With Ida Tin (co-founder of menstrual health app Clue), we’ll explore the intersection of technology and the female body. How does the tech industry increasingly shape our most personal experiences?

Meer Info Tickets
za 8 mrt / 20:00
Gendergelijkheid Kunst en Literatuur

(Bad) Feminism with Roxane Gay

Few writers have redefined the boundaries of modern feminist discourse as Roxane Gay. Together with the auteur of internationally acclaimed books as Bad Feminist and Hunger we dissect the intersection of feminism, power and literature.

Meer Info Tickets
vr 7 mrt / 17:30
Gendergelijkheid Cinema Kunst en Literatuur

Plein Publiek: Basje Boer

In Plein Publiek gaat Veronica Baas in gesprek met essayist en filmcriticus Basje Boer. Een gesprek over scheppen en consumeren, kijken en bekeken worden en vastleggen in beeld en woord.

Meer Info Tickets

Theatermakers doen onderzoek met De Balie

‘Wij willen makers de kans bieden om in De Balie nieuwe dingen te proberen’

Hoe worden woede en angst ingezet in de politiek? Wat is pacifisme in tijden van oorlog waard? Welk pad bewandel je als je een kinderwens hebt, maar je je buiten de geijkte heteronormatieve kaders bevindt? Het zijn enkele van de vragen die theatermakers deze maand samen met De Balie onderzoeken.

Toonaangevende gezelschappen en instellingen als Mugmetdegoudentand, Likeminds en Frascati hebben eerder in De Balie vooronderzoek gedaan voor hun voorstelling. ‘Er is in het Nederlandse cultuurlandschap niet veel ruimte om te experimenteren, om iets te laten zien wat nog niet helemaal uitgedacht is’, vertelt programmamaker Merlijn Geurts. ‘Wij willen makers de kans bieden om in De Balie nieuwe dingen te proberen, juist ook buiten hun eigen kunstdiscipline.’

Hoe gaat dat in zijn werk? ‘Wij gaan met makers in gesprek. We bespreken waar ze in hun maakproces zijn en welke onderzoeksvraag ze hebben. Op basis daarvan maken wij een programma met relevante sprekers.’ Het mes snijdt zo aan twee kanten. ‘Theatermakers hebben vaak een interessante blik op maatschappelijke ontwikkelingen. Tegelijkertijd kunnen wij hen in contact brengen met een relevant publiek. In aanloop naar een voorstelling over de toeslagenaffaire nodigden we bijvoorbeeld gedupeerde ouders uit. Dat levert andere input op dan dat je van een regulier theaterpubliek zou krijgen.’

Op 5 februari maakt Geurts samen met kunstenaar Julian Hetzel de tweede aflevering van I Hate Talking, een vooronderzoek voor Hetzels aankomende voorstelling Three Times Left is Right, over samenleven in een gepolariseerde wereld. In De Balie onderzoeken Hetzel en Geurts in voorbereiding daarop de rol van emoties in de politiek. ‘Kiezers worden vaak aangesproken op negatieve emoties. Op deze avond onderzoeken we wat dat met de samenleving doet. Wanneer is stemmen uit woede vruchtbaar? En wanneer slaat die politieke woede om in geweld? Vraagstukken die raken aan veel van waar we in De Balie dagelijks mee bezig zijn.’

Theatermakers in De Balie

wo 5 feb / 19:30
Kunst en Literatuur

I Hate Talking #2: with Matthijs Rooduijn, Agneta Fischer and Julian Hetzel

In a time when gut feelings often overpower facts, we bring together different perspectives to explore the power and pitfalls of emotional storytelling in politics. How do fear, hope, and hate become tools of influence?

Meer Info Tickets
zo 16 feb / 15:00
Kunst en Literatuur

Voor vrede, vlag of vaderland: wanneer is oorlog gerechtvaardigd?

Een middag met De Warme Winkel en De Gids

Ben je bereid namens je land het leger in te gaan? Samen met De Warme Winkel en De Gids onderzoeken we wat het waard is om voor te strijden en wanneer geweld gerechtvaardigd is.

Meer Info Tickets
De Warme Winkel
wo 19 feb / 20:00
Kunst en Literatuur

Een kind krijgen buiten de norm: een strijd tegen het systeem

De Balie X Theater Utrecht

Wie single is, een niet-heteroseksuele relatie heeft of op latere leeftijd kinderen wil, moet voor zijn ouderschap geen natuurlijk, maar vaak bureaucratisch pad bewandelen. Wie bepaalt eigenlijk wie ‘geschikt’ is om ouder te worden?

Meer Info Tickets

Afrovibes Festival bij De Balie

12 October

The 21st edition of Afrovibes Festival kicks off in October! On October 12, De Balie will host one performance and two talks, co-curated by De Balie editor Merlijn Geurts. This year’s theme is ‘Belonging’, featuring shows and creators from Tunisia and Morocco, among others.

This years theme: belonging

Based on the theme of Belonging, Afrovibes is shaping this year’s festival programme with performances that have a focus on North Africa and the (North) African diaspora in the Netherlands. It is a region where the theme of belonging is very topical. North African countries are often seen as ‘non-African’ but as belonging to the Arab world. How can we see this from an African perspective? Through work by artists from North Africa and from the North African diaspora in the Netherlands? Do they feel connected to the African continent and an African identity or to an Arab identity? The selected performances each show their own perspective on this theme through theatre, music and dance, and connect with the audience and with questions current in society.

About Afrovibes Festival

Afrovibes Festival presents innovative and cutting-edge work by contemporary African artists. They are artists who, from an African perspective, give artistic shape to current questions and (pressing) themes. From their distinctive vision, they tell stories about who we are, what we would like to be and how we are interconnected. With their work, they respond to their environment. Be it issues of social justice, political tensions, the threat of climate change or developments on the African continent. They break through existing notions about theatre, dance and music from Africa. This year, the festival showcases the versatility of makers and artists from North Africa and the (North) African diaspora in the Netherlands.

Afrovibes Festival bij De Balie

za 12 okt / 20:30
Kunst en Literatuur

Afrovibes Performance: Act(s) and Sweats

In the solo dance performance Act(s) and Sweats the Tunisian choreographer Hamdi Dridi pays tribute to the hard-working body

Meer Info Tickets
za 12 okt / 19:00
Kunst en Literatuur

Afrovibes Talk: The North-African diaspora & black identity

North-African countries are often not considered African, but seen as Arabic countries. How do artists from North-African descent or from the North-African diaspora express their identity in art? What is their sense of belonging?

Meer Info Tickets

Gespreksstarter ‘Wie zijn wij?’ door het land

Kennisvergroting over slavernijverleden van Terschelling tot Venlo

Hoe kunnen we op een toegankelijke manier het gesprek over ons slavernijverleden voeren met mensen uit heel Nederland? De Balie heeft, in opdracht van de Rijksoverheid en samen met Public Cinema, hiervoor een speciale gespreksstarter gemaakt, gebaseerd op het spel ‘Wie is het?’. Deze installatie, genaamd ‘Wie zijn wij?’, bevat portretten van onder andere Edgar Davids, Anton de Kom, Sylvana Simons en Koning Willem-Alexander en is artistiek vormgegeven door Mathieu Wijdeven. ‘Wie zijn wij?’ reist door heel Nederland, van Terschelling tot Venlo, om een breed maatschappelijk gesprek op gang te brengen over ons slavernijverleden en de impact daarvan op het heden. De aankomende editie vindt plaats bij De Balie op 23 januari.
do 23 jan / 20:00
Democratie en rechtsstaat

Slavernijverleden, heden, toekomst

Hoe blijven we met elkaar in gesprek en maken we van ons slavernijverleden een gedeeld verhaal?

Meer Info Tickets

Veel mensen weten nog weinig over het slavernijverleden. Uit onderzoek blijkt dat slechts 24 procent van de ondervraagden vindt dat diens kennisniveau hierover goed is (0-meting Herdenkingsjaar Slavernijverleden). Eind 2023 kwam uit gesprekken met nazaten van tot slaaf gemaakten een duidelijk verzoek aan de Rijksoverheid naar voren: voer een breed maatschappelijk gesprek over het slavernijverleden en de doorwerking ervan in de hedendaagse samenleving. De gespreksstarter is voor dit doel ontwikkeld. Het is onderdeel van het Programma Slavernijverleden en uitwerking van het proces na de excuses van de regering (de ‘komma’) .

Wat weet jij van de mensen die een rol speelden in ons slavernijverleden?

In ‘Wie zijn wij?’ zijn portretten opgenomen van mensen die op een bepaalde manier een verbinding hebben met het slavernijverleden: voetballer Edgar Davids, oud-politicus Sylvana Simons, artiest Typhoon, podcastmaker Maartje Duin, antropoloog Gloria Wekker en Koning Willem-Alexander. Daarnaast zijn historische personen onderdeel van de gespreksstarter: verzetsstrijder One-Tété Lohkay, politicus Cornelis van Heukelom, koopman/bestuurder Jan Pieterszoon Coen en schrijver/verzetsstrijder Anton de Kom. 

Wie zijn wij? wordt ingezet op 25 locaties door heel het land; op festivals, markten en pleinen met mensen uit de hele samenleving. We bevragen deelnemers over hun eigen perspectief en dat van anderen op deze mensen, onder begeleiding van een gespreksleider. Hierbij beantwoorden ze vragen als ‘Hebben wij deze persoon rechtvaardig behandeld?’ of ‘Is deze persoon een held?’ Aansluitend aan de gespreksstarter vinden op veel locaties ook verdiepende gesprekken plaats. De deelnemers ontdekken welke impact het slavernijverleden heeft op de hedendaagse samenleving. Het doel is dat zij samen hun kennis vergroten over ons gedeelde verleden.

Het slavernijverleden is een verleden van ons allemaal. Het is daarom belangrijk om te begrijpen wat er is gebeurd. Het slavernijverleden werkt nog steeds door in de hedendaagse samenleving, in de vorm van discriminatie en racisme. We moeten naar een samenleving waarin iedereen gelijke kansen heeft. De vele gesprekken die ik de afgelopen 2 jaar heb gevoerd met nazaten van het slavernijverleden, laten keer op keer zien hoe diep dit verleden ingrijpt in het dagelijkse leven van mensen.

Alexandra van Huffelen, Staatssecretaris Koninkrijksrelaties en Digitalisering en tevens verantwoordelijk voor de coördinatie opvolging excuses slavernijverleden. 

Hier vind je meer informatie over Wie zijn wij.

Boer, burger en bank zijn het al over toekomst landbouw eens

Opinie

Schrijver
Kees Foekema
Kees Foekema

Terwijl politiek Den Haag de klok wil terugdraaien in het landbouwbeleid, zijn er genoeg boeren en anderen in de landbouwsector die wél bezig zijn met de toekomst, schrijft De Balie programmamaker Kees Foekema. Dit opiniestuk is gepubliceerd in Het Financieele Dagblad.

Het hoofdlijnenakkoord presenteert een landbouwlijn die niet meer is dan een verzameling pijnlijke omwegen. In plaats van oplossingen waar de boer bij gebaat is, scheppen de vier partijen nieuwe sprookjes en zetten ze in op afstel. Vroeg of laat komt de kiezer — boer of niet — hierdoor bedrogen uit, met alle gevolgen voor onze democratie van dien.

Het ergste is dit: het hoofdlijnenakkoord negeert belangrijke en moedige bewegingen in Nederland, van jonge boeren, ondernemers en natuurontwikkelaars.

Vorige week kwam een brede vertegenwoordiging van de landbouwsector in De Balie bijeen: van LTO tot Rabobank, van Agrifirm tot Caring Farmers. Ze luisterden naar hoogleraar Imke de Boer van Wageningen University & Research (WUR). De Boer deed iets wat PVV, VVD, NSC en BBB niet durven: ze legde de voedselvisies van boeren, banken, overheden, toeleverende industrie, fabrikanten en maatschappelijke organisaties naast elkaar, om te laten zien wat we gemeen hebben — en dat is meer dan we denken.

De meeste landbouwspelers erkennen de noodzaak van systeemverandering, begrijpen dat een gezonde bodem het fundament van ons voedselsysteem is, weten dat we natuurlijke hulpbronnen moeten borgen én zien dat we in de toekomst grotendeels plantaardig en lokaal verbouwd voedsel eten. Dat de boer geholpen dient te worden een goede boterham te verdienen en dat veestapel krimpt verbaast niemand.

Benoemen wat dit voor de landbouw betekent, lijkt lastig. Toch waren er vorige week genoeg aanwezigen die meedachten over wat nodig is. Boer, bank en burger zijn klaar met loze beloften en doodlopende paden.

Zelfs de Rabobank en WUR zijn toe aan beslissingen die op korte termijn pijn doen. Zo is er een buitenparlementaire meerderheid die de zorgen van jonge boeren wil wegnemen en de kansen die er zijn wil benutten.

In plaats daarvan zetten de vier partijen ‘alles op alles’ om EU-richtlijnen aan te passen. De Europese Unie is echter al duidelijk geweest dat ze het Nederlandse geslenter — op het gebied van stikstof, mest en water — zat is. Als het in de komende kabinetsperiode niet lukt om op deze dossiers oplossingen te scheppen, komt de gehele landbouw noodgedwongen stil te liggen. Dat zou een ramp zijn.

De vier partijen willen de klok terugdraaien, maar de rest van het land is klaar om het landschap te hertekenen.

Programma’s over Duurzaamheid & Klimaat

serie

De Koplopers

Vergroenen, verduurzamen, innoveren

De ambities voor Nederland zijn groot, maar de realiteit is weerbarstig. In deze serie ontmoet Teun van de Keuken maandelijks mensen die oplossingen van de toekomst nu al in de praktijk brengen.

Meer Info

Gedeelde grond

De agrarische sector ligt onder een vergrootglas, met als grote thema’s het effect van veeteelt op het klimaat, stikstof en dierenwelzijn in de bio-industrie. Deze vraagstukken tonen aan dat de manier waarop Nederland is omgegaan met zijn land en zijn agrariërs onvermijdelijk leidt tot de uitputting van beiden. De positie van boeren in de maatschappij

Meer Info

Aankondiging expositie ‘Artists Against the Kremlin’

A major anti-war and dissident art exhibition

3 August – 3 September 2024
openingstijden
3 aug – 3 sept | 10.00 – 20.00 | Gratis toegang
IN cooperation with
The Moscow Times & All Rights Reversed gallery

De grootschalige Russische invasie van Oekraïne in februari 2022 werd fel bekritiseerd door de Russischtaligee kunstgemeenschap. Om de diversiteit en kracht van antioorlogskunst te vieren, organiseren The Moscow Times, All Rights Reversed gallery en De Balie ‘Artists Against the Kremlin’.

In deze tentoonstelling is het werk te zien van hedendaagse Russischtalige kunstenaars zoals Linor Goralik, Philippenzo, Nadya Tolokonnikova(Pussy Riot), Andrei Bilzho, Victor Melamed, Mikhail Ray, Danila Tkachenko, olo.olooloolo, Slava Ptrk, Kungfuct, Artem Loskutov, Serafima Bresler, Vladlena Sandu, Pomidor, The Party of the Dead, Igor Ost, artisterror, BFMTH, K. Hell, Alexey Kovalchuk, Kuril Chto, AXYXY en anderen. De tentoonstelling opent op 3 augustus in De Balie.

‘Kunstenaars tegen het Kremlin’ toont het werk van kunstenaars die universele menselijke waarden voorstaan en een anti-oorlogsstandpunt hebben ingenomen. De tentoonstelling belicht onderwerpen zoals maatschappelijke polarisatie en het leven in een autoritair regime afgezet tegen het leven in ballingschap. Ook wordt de vraag gesteld hoe kunst als politiek wapen tegen het Kremlin gebruikt kan worden. De tentoonstelling zal het podium bieden aan verschillende kunstvormen. Er zullen onder meer schilder- en grafische kunstwerken, multimedia-installaties en beeldhouwwerken te zien zijn.

‘Kunstenaars tegen het Kremlin’ verenigt kunstenaars uit Rusland, Belarus en Oekraïne. Velen van hen werden gedwongen hun thuisland te verlaten en leven nu in ballingschap, verspreid over 25 landen. In aanloop naar de tentoonstelling is een crowdfunding-campagne gestart. Hiermee willen we het mogelijk maken om de kunstwerken naar Amsterdam te halen en te exposeren op het podium dat ze verdienen.

English

The Russian full-scale invasion of Ukraine in February 2022 was met with fierce resistance from the Russian-speaking art community. To showcase the diversity and strength of anti-war and dissident art, The Moscow Times, All Rights Reversed gallery and De Balie will present “Artists Against the Kremlin”, a large-scale exhibition of Russian-speaking contemporary artists such as Linor Goralik, Philippenzo, Nadya Tolokonnikova(Pussy Riot), Andrei Bilzho, Victor Melamed, Mikhail Ray, Danila Tkachenko, olo.olooloolo, Slava Ptrk, Kungfuct, Artem Loskutov, Serafima Bresler, Vladlena Sandu, Pomidor, The Party of the Dead, Igor Ost, artisterror, BFMTH, K. Hell, Alexey Kovalchuk, Kuril Chto, AXYXY and others. The exhibition will open on August 3 at De Balie.

Artists against the Kremlin
“Artists Against the Kremlin” is a major exhibition featuring Russian-speaking contemporary artists who share universal human values and a clear anti-war stance. The exhibition addresses social polarization, the experiences of living in exile versus under authoritarian regimes, and explore how art can be used as a political weapon against the Kremlin.

“Artists Against the Kremlin” will unite creators not only from Russia, but from Belarus and Ukraine. Many of them were forced to leave their mother countries, live in exile and are now based in 25 different countries. The exhibition will encompass various artistic mediums including paintings, graphics, mixed media, multimedia, installations, and sculptures.

Leading up to the exhibition, a crowdfunding campaign is launched, asking for your support to bring works from these countries to Amsterdam and exhibit them at the level they deserve. Find out more here.

About All Rights Reversed & The Moscow Times

All Rights Reversed is a Berlin-based gallery, production team, and community of artists united by human values and a clear anti-war stance. Its interests revolve around themes such as anti-war narratives, Russian imperialism, decolonialism, human rights, inequality, anti-propaganda, LGBTQ+ rights, and Sustainable Development Goals (SDGs). All Rights Reversed gathered the largest collection of protest art to date, featuring over 150 original artworks. 

Since September 2023, the gallery has organized seven exhibitions of anti-war and protest art across Europe, attracting more than 5,000 guests. One of these exhibitions took place at ‘het Vrije Paleis’ in February 2024. The exhibition featured 95 works by 65 artists and was visited by around 1,000 guests over four days.

The Moscow Times is the oldest independent Russian media outlet, informing the world about what happens in and around Russia since 1992. The Moscow Times is not just a media outlet in English and Russian, but also a platform for exchanging opinions and acting as a bridge between the East and the West. Since 2022, The Moscow Times has been based in Amsterdam.

 

Ook in De Balie

zo 7 jul / 19:30
Kunst en Literatuur

“The Hague”: United Ukrainian theatre, Victoria Koblenko & Dood Paard

An imaginary trial against the war crimes of Putin

United Ukrainian Theatre group performs for the first time in The Netherlands “The Hague”: an imaginary trial against the war crimes of Putin 

Meer Info Tickets
zo 23 jun / 14:00
Kunst en Literatuur

Verboden theater uit Rusland

Hoe Russische IS-bruiden van het toneel verdwenen 

Juni is de maand van solidariteit met Russische politieke gevangenen. Daarom leest De Balie het bekroonde en controversiële toneelstuk ‘Finist de prachtvalk’ waarna we in gesprek gaan.

Meer Info Tickets

Emma Zuiderveen – Een zee van tweekleppigen en De kieuwbogen kleuren zalmroze

Winnaar Literatuur Open Call: Empathie

Door
Emma Zuiderveen

Een zee van tweekleppigen

I

Het waren explosieven, het was een

verouderde constructie, een stortvloed

van beton, steuren en leven dat wegsijpelde.

II

De bewoners van Marianske

huilen om oude dieren.

Duizenden vislijkjes verspreid over gruis

en zand, schubben waarin een toekomst

voorspeld ligt, iedereen zal verliezen.

Ze liggen als eenoog, spreken een

taal die het verleden reflecteert:

Kachovka dambreuk, zes juni 2023.

Wat beweegt het water, fluisteren ze,

tussen korrels aarde slipt de mogelijkheid

weg om anders te willen.

III

In de zilte grond zakt een geschiedenis weg. De velden

wenen niet maar in het zand vinden we onze botten.

De dam uit 1956 omgeeft zich met socialisme,

speelt de ster in de film Poem of the sea (1958):

‘Vergeet de peren en de hutten, we beslissen

over de komende duizend jaar,’ zei de held.

Ze verloren steppe en ecosysteem,

wonnen kanalen en energiecentrales.

De keuze duurde zessenzestig jaar, soms

vergeten we dat mensen de schaduw zijn,

dat het heden schril afsteekt tegen idealen.

IV

Ina wees, het bord met cijfers kwam

niet overeen met de hoeveelheid graven.

Vijfhonderdduizend ton aan mosselen,

die voorheen het water filterden.

Ina huilde om de zee van tweekleppigen

die niets meer filterden.

Honderdvijftig ton industriële smeerolie

meegesleurd naar de Zwarte Zee.

Het vet vormde gitzwarte schaduwbeelden,

sleepte vlezigheid mee die zilt werd.

Ina wende zich af, hoe dan ook omhuld

door rotting, een geur van dode vis en wier.

Meer dan honderdvijftig dolfijnen spoelde aan

in Bulgarije, de buik rood en de oogschacht

leeg. De karkassen vervuild met koper en zink,

zij waren niet de enige die stierven aan gifstoffen.

Anderhalf miljoen jonge steuren werden opgeschrikt

door vier meter hoge golven, door troebel en

toxisch water. De verslaggever zei:

‘Geen vis heeft het overleefd.’

Ina zweeg, de oorlog lag aan de oevers

van een leeggelopen stuwmeer.

V

De bewoners van Malokaterynivka

knielen neer bij een leeggelopen meer.

Uitgestrekt land dat in een leegte

neervalt, hoe tussen al het modder

de mensen overeind blijven, die

niet meer hardop dromen.

Toch staan ze daar, met ogen en handen

opengeslagen naar de hemel. Niemand

durft de namen te noemen van de koeien,

bruinvissen of steuren. Misschien

omdat we vergeten zijn hoe ze heten,

omdat we ze nooit hebben geleerd.

De bewoners van Malokaterynivka

knielen neer, geen afdruk blijft achter,

ze kijken hoe tussen al het modder

het vergezicht barst in de zon.


De kieuwbogen kleuren zalmroze

1.

Het landschap ziet er af uit, maar

boven het water zweven schimmen.

De arm van een graafmachine maait door de rivier,

die schept, en schept, en schept.

Kilo’s viskadavers pletsen

in de afvalcontainer tegen elkaar.

2.

Aan de rand van de oever steekt een vin

naar boven. De vis ligt op een bed

van zilverachtige schubben.

Je bent niet de enige.

Tussen de rotsen drijven vislijkjes, ze deinen mee

op de rivierboezem. Op het droge ligt een vissenkop,

hij kijkt met zijn lege oogschacht naar de hemel.

Je bent niet de enige.

In de 840 kilometer lange rivier van Tsjechië naar de Oostzee

drijven duizenden dode vissen. Verslaggevers filmen tussen

rotsen en kadavers een paar nog levende die naar lucht happen.

3.

De Oder stroomde Duitsland binnen, spoelde het leven eruit,

Brandenburg had van niets geweten.

Zes dagen te laat sprak Polen over een ecologische catastrofe

waar niemand verantwoordelijk voor was.

Ze noemden het een raadsel: waarom vissen en schelpdieren

stierven en het water ondrinkbaar werd.

Ik vraag mij af waarom we het weerloze als waardeloos zien,

waarom we de realiteit in vloeipapier verpakken.

Negen maanden later noemen ze het a perfect storm:

chlorine, mijnafval, droogte, de hoge concentraties stikstof en fosfor.

Een explosie van algen en een zuurstofarm waterlichaam,

langzaam warenvis en schelpdier gestikt.

4.

Je zei: ‘Hou maar van me.’

Je had geleiachtige ogen en scherpe tanden.

Huilde ik daarom niet toen je stierf?

Je werd een analyse: geleerde lessen en aanbevelingen.

Het instrumentarium tegen de volgende massale vissterfte

is de Kaderrichtlijn Water en de Richtlijn Industriële Emissies.

De oplossing is een juridische werkelijkheid.

Huilde ik daarom niet toen je stierf?

Je werd een waarschuwing: stop met chemisch afval lozen, want als de winters droog

en de zomers heet blijven, delven we volgend jaar weer visgraven.

De gevolgtrekking van een ramp die al decennia boven

onze hoofden hangt, je nadert met daverende snelheid

[je bent er al]

maar je nadert te langzaam voor het gulzige oog.

Huilde ik daarom niet toen je stierf?

5.

De kieuwbogen kleuren zalmroze. Sommige bebloed,

sommige bedekt met vliegen. Ik wil je vragen om vergeving,

maar hoe? Zal ik neerknielen aan de rand van een rivierbedding,

de vislijkjes strelen, hen woorden toefluisteren, goden aanroepen?

Zal ik met pamfletten en een slagzin op een kartonnen bord

meelopen in een stoet, roepend om een antwoord?

Zal ik doorgaan zoals ik deed maar een gedicht schrijven, waarbij

ik telkens in tranen uitbarst als ik de zinnen teruglees?

Niet om de zinnen zelf, maar om het beeld van het visje dat nog hapte.

Zal ik mezelf voor de glazen schuifdeuren van een olieconcern

vastketenen, mijn ledematen ter verankering in beton gieten?

Zal ik brullen op het uiteinde van een pier, waarna

ik verlang mijn lichaam weg te gooien als een gebruiksvoorwerp?

Ben ik liever opgeslokt of afgeleid, omdat

hoop alleen in kruimels wordt uitgedeeld?

Luister hier naar de gedichten op audio, begeleid door muzikant Tarif El-Fasih


Winnaars Open Call: Empathie

Deze tijden van oorlog en crises vragen om reflectie op de samenleving die we zijn en willen zijn. Daarom hebben De Balie en het Amsterdams 4 en 5 mei comité opnieuw de handen ineen geslagen voor een Open Call. Uit de vele bijzondere en uiteenlopende inzendingen heeft de jury zes winnaars geselecteerd: 3 in de categorie ‘beeldende kunst’ en 3 in de categorie ‘literatuur’. De winnaars hebben een geldbedrag gekregen om hun concepten uit te werken en presenteren dit in het weekend van 4 & 5 mei. Lees hier meer over de winnaars van de Open Call.

Sara Eelen – Schrijven als een beest

Winnaar Literatuur Open Call: Empathie

Door
Sara Eelen

1.

Schrijf een gedicht vanuit het perspectief van een dier. Eender welk niet-menselijk dier. Dat klinkt eenvoudig, maar het lukt me al vier jaar lang niet. De zelfopgelegde opdracht voelt in de eerste plaats als een vraag, namelijk of dat wel kan: schrijven of denken vanuit een ander perspectief dan dat van je eigen soort?  

De echte opgave bleek om dit schrijven te blijven beschouwen als een manier om contact te zoeken, als een verbindende, verbredende gedachtenoefening, en niet als een existentiële vraag. Want dat soort vragen leidt alleen maar tot meer vragen. Over het nut van poëzie bijvoorbeeld. Of over de veelheid van stemmen in deze wereld en het belang van nederigheid. Natuurlijk. Als dichter moet je voorbij die vragen hellen. Als dichter moet je je openstellen, op zoek naar de grenzen van je eigen denken, je eigen taal, je eigen toch vaak kleine en steeds weer krimpende wereld. Daarbuiten is een open, weelderige plek met een bron waar de dieren zich aan laven. De eigenlijke vraag is: hoe kom ik op die plek?

2.

Iets of iemand moet voelen vooraleer ik met hen mee kan voelen. Tot ver in de jaren tachtig werd verondersteld dat taal noodzakelijk was om gevoelens te hebben. Pasgeborenen en dieren vielen buiten deze categorie en mochten daarom zonder verdoving geopereerd worden. Dat baby’s gevoel hebben zal niemand nog ontkennen, maar het debat over emoties bij dieren blijft woelig, verstrikt in taboes en vooroordelen. Gedragsbioloog Frans De Waal zette zich zijn hele leven in om de rijke belevingswereld van dieren zichtbaar en begrijpbaar te maken voor de mens. Primaten, prairiewoelmuizen, papegaaien: hij toonde aan dat ze plezier kunnen maken, elkaar plagen, ruziën en het weer bijleggen, troost en hulp bieden, zich nu en dan schuldig of verdrietig voelen en empathisch gedrag vertonen. Dieren zijn op veel vlakken net als wij, want wij zijn dieren.

3.

Als ik me probeer in te leven in niet-menselijke dieren komen er vanzelf nevelpanters, zandgazelles en adelaars in mijn gedachten op. Wat verder van me af staat, intrigeert en doet me dromen. Ik wil weten hoe het is om boven een bergkam te bidden, alleen te kunnen drinken van de ochtenddauw of sluipend op zoek te gaan naar prooi in bomen. De woestijn door, het oerwoud in, het Atlasgebergte over. Daar een tak naar mijn nest dragen, verdwijnen in de kudde of pas ’s nachts tot leven komen. En dat zijn nog de eenvoudige gedachtesprongen. De volgende stap in verbeelding brengt me naar de groene gekko van Manapany, de Atlantische heilbot of de breedbanddwergzandbij. Hoe beleven zij de wereld? Het is een vraag als een open raam: je voelt de frisse bries al, maar het is een behoorlijke sprong vanuit het stadsappartement waar ik dit neerschrijf.

Als ik het internet afspeur naar wat er geweten is over empathie met dieren, kom ik echter bijna uitsluitend bij informatie over empathie met huisdieren terecht. Huisdierhouders zouden volgens vele artikelen empathischer zijn, volgens ander onderzoek juist afgestompt. Misschien klopt het beide wel. Ben je empathisch met dieren als je eentje uit het asiel haalt en het vervolgens elke dag voedert met het vlees van anderen? Ben je empathisch als je vindt dat je kat buiten moet kunnen jagen, haar instinct moet volgen, maar zo jaarlijks honderden vogels en knaagdieren doodt?

Dierenliefhebbers houden vogels in kooien, vissen in kommen, konijnen in hokken, paarden in stallen. Maar ze houden van hen, ze geven hen voedsel, betrekken hen in gesprekken, maken zich zorgen als het dier niet langer likjes geeft in het volle aangezicht. Belgen besteden jaarlijks 3,5 miljard euro aan huisdieren, waarvan een aanzienlijk deel gaat naar lekkernijen, speeltjes en was- en trimsalons. De omgang tussen ‘huis’dier en ‘baasje’ is vooral gebaseerd op wat het baasje leuk vindt. Een gecastreerde, overprikkelde hond met een genetisch ingekweekt ademtekort meenemen naar yogaklas heeft weinig met het welzijn van het dier te maken. Het mag je verbazen, maar de meeste gezelschapsdieren vinden het niet fijn als je ze kleren aan doet, bizarre trucs met hen uitoefent voor een TikTok-filmpje of zelfs dat je ze knuffelt.

Empathie lijkt vaak maar zo ver te gaan als wat we kunnen zien, wat we als de norm beschouwen en hoe ‘anders’ we de ander ervaren. We zijn dan wel dieren, maar erg gesocialiseerde, visueel ingestelde en hiërarchisch denkende dieren. Dat maakt het simpel om levensvormen die niet door de mens gedomesticeerd zijn te negeren. We accepteren het als maatschappij dat dieren onze doelen moeten dienen – voedsel, kleding, gezelschap, status, onderzoek, juwelen – of daar alleszins voor moeten wijken – denk aan landbouw, woongebied en zelfs recreatieruimte. Dat accepteren gaat zonder veel moeite zolang we het maar niet moeten zien, zolang de dieren maar geen taal krijgen. Het verdienmodel van dierentuinen kan maar werken doordat we het in ons hoofd gebolwerkt krijgen dat onze empathie en interesse voor dieren in het wild het opsluiten van diezelfde dieren rechtvaardigt. De vee-industrie houdt maar stand achter gesloten deuren. We doen halsstarrig ons best om dieren als dom en inhoudsloos te beschouwen, ook al voelen vissen pijn, zijn varkens even slim als vierjarige kinderen en hebben we insecten nodig om ons afval te verwerken, de grond vruchtbaar te houden en de bloemen te bestuiven. Het maakt niet uit hoe nodig, slim of bewust een wezen is – we zijn de allergrootste dierenvriend zolang het ons maar dient.

4.

Tientallen onderzoeken wijzen uit: lezen maakt je empathiever. Door in aanraking te komen met nieuwe perspectieven groeit ons vermogen om gevoelens en gedachten van een ander aan te voelen. Dit gaat vooral om cognitieve empathie. Willen we meestappen in het verhaal, dan moeten we ons inbeelden hoe het is om de ander te zijn, in zijn of haar situatie vast te zitten. Cognitieve empathie wordt ook wel inlevingsvermogen genoemd, al gaat volgens sommige inlevingsvermogen nog net wat verder doordat het niet alleen over aanvoelen en inleven gaat van andermans gevoelens, maar ook over het begrijpen van hun belangen, wensen en behoeften.  

Een bijzonder beklijvende tekst kan ook emotionele empathie aanwakkeren. Als een tekst lijflijk genoeg is kan hij onze spiegelneuronen doen aanspringen, waardoor we zonder het te beseffen of zelf te willen voelen wat de ander voelt.

Emotionele empathie is aangeboren, cognitieve empathie aangeleerd, maar beide ontwikkelen zich verder als we ouder worden. We kunnen het vermogen oefenen, sterken als een spier. Dankzij onze spiegelneuronen kunnen we empathie voelen voor dat wat op ons lijkt, ook al begrijpen we de context niet. Dankzij onze cognitie kunnen we ons inleven in levensvormen die niet vanzelf onze empathie opwekken, die niets op ons lijken, maar waar we de context van kunnen onderzoeken. Niet-menselijke levensvormen vallen in beide categorieën.

5.

Dichters schrijven graag en vaak over dieren, maar gedichten vanuit het dierlijk perspectief blijken schaars. Ik vraag al maanden aan iedereen die ik tegenkom of zij zo’n gedichten kennen, maar kom telkens met lege handen thuis. Het internet is nooit een goede plaats om poëzie te vinden, maar wanhopig waag ik het erop. Het brengt me op Brainly, een website waar studenten elkaar helpen om moeilijke huiswerkvragen te beantwoorden. Een van de vragen is ‘Why does the poet want to live with animals?’. Er volgen robotachtige antwoorden als ‘The poet finds animals are better to live with as they are less complaining about life and lead peaceful lives in contrast to the humans.’ Ik vind nergens een aanwijzing over welke ‘poet’ dit gaat.

Op een andere website wordt wederom de vraag gesteld waarom dieren zo’n populair onderwerp zijn binnen de poëzie. ‘The animal subject exists for our pleasure, and at our pleasure. We use the animal in poetry, as we use it in industry, agriculture, science, zoos, to accomplish a specific purpose and satiate a specific desire: nutrition, entertainment, status, or fodder for contemplation.’ Voorlopig ken ik geen enkele dichter die hier mee akkoord zou gaan.  Als ik het juist inschat denken de meeste dichters er eerder zo over als de Amerikaanse schrijver Larry Levis. In zijn essay ‘Some Notes on the Gazer Within’ oppert hij dat dichters vaak over dieren schrijven, niet omdat ze geïnteresseerd zijn in hoe dieren op mensen lijken, maar juist omdat dichters een honger hebben naar dat wat puur en anders is.

6.

Voorlopig vind ik in gedichten dus niet de toegangspoort naar de innerlijke wereld van de dieren. Toch ben ik zeker de eerste niet die zich aan dit schrijven waagt. In de literatuur wemelt het van de dieren. Animal Farm van George Orwell, The Tale of Peter Rabbit van Beatrix Potter, The Jungle Book van Rudyard Kipling, Grief is the Thing with Feathers van Max Porter, Life of Pi van Yann Martel, Een dagboek van een poes van Remco Campert en alle boeken van Annie M.G. Smith, Sylvia Vanden Heede en Toon Tellegen, het zijn maar enkele voorbeelden van dierrijke verhalen. Opvallend is dat deze dieren vaak dicht bij de mens blijven. De poes van Campert observeert zijn menselijke huisgenoten, de boerderijdieren van Orwell staan symbool voor de sociale strijd die de mensen voeren, Kipling zoekt uit hoe jungledieren een kind zouden groot brengen, Martel zijn Bengaalse tijger is een religieuze allegorie, Porter zijn kraai belichaamt de rouw van het hoofdpersonage, Tellegen en Vanden Heede hun dieren eten taart op hun verjaardag, bij Smith kunnen ze dan weer met de mensen praten en het konijn van Potter draagt zelfs een jasje.

Over dieren schrijven betekent natuurlijk niet dat de auteurs ook werkelijk iets over de niet-menselijke dieren willen zeggen. Soms dienen ze maar als poppetjes, gedaantes die leuker zijn om naar te kijken of die het eenvoudiger maken om trieste of absurde boodschappen over te dragen. In fabels, parabels, sprookjes en fantasieverhalen ontsnap je niet aan de sluwe vos, de wijze uil of het bange schaap. Het is ontroerend hoe diep de dierlijke archetypes verankerd zijn in onze cultuur, zeker in kinderverhalen. Het toont hoe inspirerend we de dierenwereld vinden en hoe dieren vaak dienen als onze leerschool op vlak van empathie. Het enige, grote gevaar: voor we het beseffen geloven we dat dieren echt zo eenduidig zijn.

Zelfs romanschrijvers die over dieren schrijven omdat ze de mens niet langer centraal willen stellen, lopen in de val om het dierlijk perspectief in te vullen alsof het menselijk is. Antropomorfisme in plaats van antropocentrisme, het lost niet veel op. Het is een moeilijke evenwichtsoefening om dieren en mensen als meer gelijk te beschouwen, zonder menselijke eigenschappen aan de dieren toe te dichten. Daarvoor is het nodig om bij elke zin stil te staan wat menselijk is en wat we alleen maar menselijk noemen. Kleding, koekjes bakken en naar de tandarts gaan zijn menselijke noden. Maar dromen, denken, spelen, jatten – dieren kunnen het ook, zo wijst steeds meer onderzoek uit, ze doet het alleen op hun eigen manier. Met minder woorden, meer vergiffenis.

7.

Ik merk dat ik daarom vaker naar non-fictie grijp als ik dichter bij de dieren wil komen. Ook daar geen gebrek aan hen. Vooral over olifanten, leeuwen, wolven en honden wordt veel geschreven. Jennifer Ackerman vertelt ons alles over de vogels, Jonathan Balcombe alles over de vissen – onze onderwaterneven volgens hem – en Jon Katz schreef naast zijn vele boeken over de trouwe viervoeter ook eentje over een ezel die hem de betekenis van compassie toonde.

Deze boeken leren ons veel over dieren, vaak zelfs over hun innerlijke wereld, maar als lezer voel je toch een afstand. Het dier is vaak maar het onderwerp van schrijven omdat het een uitzonderlijke relatie ontwikkelde met de auteur – denk aan ‘Marley and me: life and love with the world’s worst dog’ van John Grogan. Of het dier wordt onderzocht omdat het van nut kan zijn voor de mens – denk aan ‘Op de schouders van de natuur: Hoe tien miljoen soorten onze levens redden’ van Anne Sverdrup-Thygeson. Of een enkel dier wordt uitgekozen omdat het vaardiger lijkt dan zijn soortgenoten, veel te vaak omschreven als dat het dier bijna menselijk werd – denk hierbij aan Ralph Helfer zijn boeken die zo goed als allemaal ondertitels hebben die Het Ware Verhaal van het Geweldigste dier ooit beloven. De dieren worden bekeken, bestudeerd en beperkt om deze verhalen op te tekenen. Ze worden niet belichaamd.

De Amerikaanse schrijver Charles Foster gaat daarom een stap verder in zijn boek ‘Being a beast’, naar het Nederlands vertaald als ‘Leven als een beest’. Wekenlang leefde hij als das, otter, edelhert, vos en gierzwaluw. Hij at regenwormen, zwom ’s nachts in rivieren en wroette door vuilnisbakken. Zijn boek wordt door velen als een warm pleidooi gezien voor empathie met andere soorten. Het gaat ervanuit dat door fysiek dezelfde ervaringen te hebben, door onze zintuigen terug wilder te maken, we beter begrijpen hoe het is om een niet-menselijk dier te zijn. Maar deze dieren hebben vacht, hun magen verteren anders, hun ogen zien beter in het donker. Dat heeft te maken met evolutie en met elkaar aanvullende en uitdagende ecosystemen. Je kan dit niet op enkele weken overstijgen, je kan alleen maar in de weg lopen. Gelukkig beseft Foster dat maar al te goed. Hij verzucht meermaals: ‘Were [my journeys] fool’s errands? Was I describing anything other than the inside of my own head?’

Want daar hapert ons inlevingsvermogen. We kunnen nooit in het hoofd van de ander, laat staan dat van een hele andere soort. De Amerikaanse filosoof Thomas Nagel schreef in 1974 al in zijn essay ‘What Is It Like to Be a Bat?’ dat mensen nooit volledig de innerlijke ervaring van een dier kunnen begrijpen. ‘Even if I try to picture what it’s like to fly on webbed wings and spend most of my time hanging upside down, all I can imagine is what it would be like for me to be a bat, not what it’s like for a bat to be a bat.’

De vraag is of dat moet. Zo heeft de boek ‘The Peregrine’ van J.A. Baker veel mensen dichter bij de slechtvalk gebracht, gewoon door de slechtvalk scherp in beeld te houden. Op Goodreads zegt een lezer over Baker zijn werk: ‘He walks around and looks at birds and writes about them real good.’ Misschien is dat al heel wat. Soms is het beter zo helder mogelijk te beschrijven waarom iets niet lukt, dan blind en verstard op zoek te gaan naar bewijzen dat we het allemaal doorgronden. Ook dat is een manier om de heersende rol van de mens af te zweren en zo dichter bij de dieren te komen. De verschillende wormsmaken kunnen onderscheiden, gaat ons niet empathievoller maken met andere levensvormen. Langer in de natuur zijn, dichter bij de grond, de bomen en de dieren herkennen en zo erkennen, kijken tot we deel zijn van het landschap, dat misschien wel.

8.

Willen we de dieren beter begrijpen, moeten we erkennen dat een dier maar een dier kan zijn dankzij het landschap, nu doen ze dat veel te vaak ondanks. We hebben hun leefgebieden ingeperkt en afgenomen door veeteelt, monocultuur en bebouwing. We hebben het aangetast door allerlei uitheemse soorten en ziektes te importeren. We hebben het dier uit landschap gehaald en in onze huizen, dierentuinen en onderzoekscentra opgesloten. De vraag rijst of het dier dan nog wel zichzelf kan zijn. Haal een maanvis uit het water, een poolvos uit het sneeuwgebied, een meerkat uit de Kalahari en zeg me wat je overhoudt.

De hechte band tussen leven en landschap stelt de schrijver voor vele uitdagingen. Misschien verklaart dat waarom we zo vaak grijpen naar dieren in onze directe omgeving of de dieren afzwakken tot archetypische of menselijke vormen. Misschien is de barrière om dieren te begrijpen die in woeste woestijnen, uitgestrekte ijsvlaktes of dichtbeboste kelpwouden leven zo ontzaglijk als die woestijnen, ijsvlaktes en kelpwouden zelf.

De Nederlandse schrijver en dichter Anne Broeksma reisde voor haar laatste boek, ‘Een verhaal met schubben’, de hele wereld rond om het schubdier beter te leren kennen, maar verontschuldigt zich voor deze vele reizen in haar dankwoord. Het is geen simpele vraag: hoe ver mag je reizen, hoe groot mag je ecologische voetafdruk worden en hoe dicht bij de dieren mag je komen opdat het nog voordelig voor de dieren en het landschap is?

Daarbij komt nog de extra uitdaging dat we graag denken, lezen en schrijven over onbezorgde dieren in ongeschonden leefgebieden waarin wij als mens welkom zijn, maar deze context bestaat al lang niet meer. De meeste dieren moeten het doen met een verschraald stukje grond dat het laatste decennia onderhevig was aan stijgende temperaturen, vervuiling, nieuwbouw en andere door mensen veroorzaakte moeilijkheden. Wil ik dus schrijven vanuit het perspectief van dieren, dan moet ik me niet inbeelden dat ik een mens onder de Sumatraanse neushoorns ben, maar een Sumatraanse neushoorn onder de mensen.  Want zo is de wereld vaker ingedeeld: het dier wordt belemmerd door menselijke grenzen, het dier moet zich altijd maar aanpassen aan de menselijke wil. Nevelpanters, zandgazelles en adelaars – allemaal lijden ze eronder. Het wordt moeilijker voor hen om eten te vinden, een partner te ontmoeten, jongen groot te brengen, niet in de handen van een stroper of jager of door vergif te eindigen. De gekko van Manapany, de heilbot en de breedbanddwergzandbij zijn allemaal met uitsterven bedreigd. Het is de uitdaging van de eenentwintigste eeuw om dieren te begrijpen door ze juist met rust te laten, ze meer ruimte te geven.

9.

En dan is er nog die verdomde menselijke taal. Houdt zij ons weg van de dieren en zo ja, kunnen we ooit van haar los komen? Moet ik dat als dichter wel willen?

Een eerste stap kan zijn om dieren niet langer te objectiveren en commodificeren in ons spreken en schrijven. We eten geen vis, we eten een vis. We bezitten onze gezelschapsdieren niet, we verzorgen ze of leven met hen samen. In plaats van naar dieren te verwijzen met onpersoonlijke voornaamwoorden, gebruiken we beter hun namen of verwijzen we naar hen door hij en haar te gebruiken.

Een tweede stap is om zo min mogelijk het onderscheid te maken tussen dieren en mensen in onze taal, want dat onderscheid doet ons denken dat er een onoverbrugbaar verschil is, een wij en een zij. Het doet ons geloven dat wij geen dieren zijn. We hebben minder opdelingen nodig, meer aanduidingen. Het geven van soortnamen is een menselijk gebruik, iets waar de dieren en planten geen nood of notie aan hebben, maar het helpt ons om de veelheid aan leven te begrijpen en waarderen. Een aalscholver is geen uil is geen mees is geen rosse stekelstaart. En toch noemen we hen allemaal vogels. Een vis is geen worm is geen spin is geen amfibie. En toch noemen we hen allemaal dieren. Niets mis mee als we verbanden willen benadrukken, maar problematisch als we alles daardoor aan elkaar gelijkstellen.

Onze taal biedt juist een kans om categorieën open te breken, om iedereens eigenheid een plaats te geven. Elke dag sterven er soorten uit en één van de manieren om hun bestaan niet volledig uit te wissen, is door hen namen te geven en te onthouden. Zo zetten biologen alles in teken om de Gasteranthus extinctus, een feloranje bloem vernoemd naar haar eigen uitsterven, terug te vinden – en met succes, de plant werd in Ecuador op een moeilijk te bereiken bergwand na jaren teruggevonden. Zonder naam hadden de wetenschappers zich niet zo ingezet en had deze herontdekking ons niet bereikt.

Uiteraard neemt het benoemen van flora en fauna de nodige gevaren mee, namelijk dat het allemaal weer rond de mens gaat draaien. Veel planten en dieren zijn genoemd naar dictators, slavenhouders of koloniale onderdrukkers. Meer dan zestig procent van de planten in Nieuw-Caledonië, een eilandengroep in de Stille Oceaan, is naar Fransen genoemd, en 94 procent van hen waren mannen. Er bestaat een Sloveense kever die naar Hitler is vernoemd, als eerbetoon, met als gevolg dat het dier nu illegaal bejaagd wordt – neonazi’s willen er wel 1500 euro voor neerleggen. De Scotts troepiaal, een zangvogel die in het Zuiden van Amerika en in Mexico leeft, werd genoemd naar Winfield Scott, een Amerikaanse generaal uit de 19de eeuw die medeverantwoordelijk was voor de verplichte herlocatie van duizenden oorspronkelijke bewoners. Zo zijn er tal van voorbeelden. Ook sluipen vooroordelen en ongevoeligheden in de namen van dieren die hier zelf geen oordeel over mogen vellen. De itajara, een straalvinnige vis uit de familie van zaagbaarzen, wordt nog veel te vaak een ‘joodvis’ genoemd. The gypsy moth, bij ons gewoon een plakker genoemd, werd recent ‘spongy moth’ gedoopt nadat er commotie ontstond over de ongevoelige naam. Ook in Zweden hernoemde ze in 2013 en 2015 verschillende vinksoorten die racistische namen hadden.  Daarbovenop werden in het verleden veel levensvormen losgekoppeld van de namen die oorspronkelijke bewoners gebruikten en herdefinieerd door ‘de nieuwe ontdekkers’. Ook dichters hebben zich hier schuldig aangemaakt. De beroemde Indiase schrijver Tagore hernoemt bloemen uit het oerwoud opdat hun namen beter in zijn gedichten passen.

Dit alles zorgde voor het ontstaan van een protestbeweging in Amerika, met hun grootste eis dat ongevoelige soortnamen herbekeken worden en dit jaar wonnen ze hun strijd. 260 Amerikaanse vogelsoorten zullen hernoemd worden. Dit is goed nieuws voor de mens, maar ook voor de dieren, want ongevoelige soortnamen bemoeilijken empathie met deze soorten. Niemand wil meevoelen met de Hilterkever. De dieren verdienen een naam die hen en niet ons zichtbaar maakt.

Stap drie: Het versterken van ons contact met dieren gaat verder dan alleen het geven van soortnamen. Gakken, zwermen, grazen, ruien, winterslaap en ochtendkoor. Door dierlijke eigenschappen en gedragingen zo exact mogelijk te benoemen, verruimen we onze realiteitszin en ons verbeeldingsvermogen. Deze woorden roepen meteen een zeer specifiek beeld of geluid op en bij mij alvast ook een gevoel. Het daagt me uit om de wereld in te gaan en de taal in leven om te zetten, het leven weer in taal. Er is nog zoveel dat we moeten ontdekken, nog niet begrijpen, nog zoveel dat naar woorden verlangt. Echolocatie, de voor ons onwaarneembare kleuren die kolibries zien, het tiptappen van de molrat om met zijn soortgenoten te praten, de liederen van bultrugwalvissen, de zwembewegingen van een krab doorheen diep water, de geur van een soortgenoot ontdekken op een steen en het als ontmoeting met jouw geur overplassen. Waren daar maar woorden voor.

En als verlengde, stap vier, kunnen we taal zoeken voor de kostbare, kwetsbare momenten dat mens en niet-mens elkaar ontmoeten. Het in de ogen kijken van een hert, katten die terwijl ze hunzelf proper maken als vanzelf ook de hand op de zetel naast hun beginnen te likken, een octopus die zijn zuignap in je handpalm zet, een glanzende schelp die aanmeert bij je voeten, alles wat verreikende verhalen vertelt.

Ook de minder mooie vormen van contact zouden taal moeten krijgen, zodat we ze minder uit de weg kunnen gaan. Het door merg en been gaande gehuil van koeien als hun kalveren worden afgenomen. Het roodkleuren van zeewater na de dolfijnenjacht. Het minutenlang stuiptrekken van een haas als de jager hem wel raakte, maar niet meteen doodschoot. Het tussen vingers doodknijpen van een lieveheersbeestje en meteen beseffen dat dat onnodig was.

Het is niet waar dat taal nodig is om gevoelens te hebben, maar het is wel zo dat taal kan helpen de gevoelens scherp te stellen en met elkaar te delen. Zo goed als alle dieren communiceren, maar de meeste doen dat anders dan wij. Dieren zorgen voor elkaar, maar niet altijd zoals wij dat herkennen.  Dieren vrijen, voelen, vragen – maar wij weten niet altijd hoe. De empathische oefening is het herdefiniëren van wat communicatie, zorg, seks en beleving kan betekenen, niet het herdefiniëren van de dieren zelf. We zouden ervan kunnen leren.

10.

Nu ik dit essay schrijf en dus gefocust ben op de zoektocht naar het niet-menselijke perspectief, kom ik elke dag wel een voorbeeld tegen van hoe ver we hier nog van staan. In het koffiehuis om de hoek hangt een affiche van een campagne om mensen meer aan het lezen te zetten. Op de poster staat iemand afgebeeld die kreeftensoep kookt, terwijl de kreeft met een van haar poten een boek omhooghoudt met als titel ‘Dagboek van een kreeft’. De kok leest bevallig terwijl ze onverstoord in de pot roert. We vinden het blijkbaar geen conflicterende gedachte dat we enerzijds een boek willen lezen om een dier beter te begrijpen, anderzijds dat dier levend koken – zo zeer dat we het zelfs tegelijk zouden doen.  Het kan ook grappig zijn bedoeld, maar dan illustreert de grap alleen maar hoe ongevoelig we dieren vaak behandelen.

Naast de kreeft en de soep hangt een andere poster, eentje die reclame maakt voor Concerten voor menselijkheid. Het evenement wordt georganiseerd door een van de grootste klimaatorganisaties van het land, maar kiest met de naam van dit festival onbewust voor de uitsluiting van alle niet-menselijke dieren. Uiteraard snap ik dat er geen dieren op het podium gevraagd worden en dat we voorrang geven aan de vele menselijke crisissen, maar als we echt een nieuw wereldbeeld willen ophangen schiet het humanisme tekort. Zolang de mens centraal blijft staan, raken de crisissen niet opgelost.

11.

Naast cognitieve en emotionele empathie bestaat er nog empathie in actie, wellicht de belangrijkste soort. In plaats van mee te voelen met een ander en nadien onze dag te vervolgen, zorgt deze stap dat we iets gaan ondernemen om het lijden van de ander weg te nemen. Het ware tekort zit volgens mij hier. Mensen hebben genoeg empathie, maar gaan zelden over tot actie, zeker als het over dieren gaat. We zijn bang om de status quo te doorbreken, we denken dat we niet kunnen of mogen helpen en schudden het verdriet van een ander liever snel van ons af. Schrijven kan tonen dat niets van dit alles waar is. Schrijven kan een actie zijn. Schrijven kan in actie zetten. Voor mij rechtvaardigt dit alle drempels die je als schrijver over moet en vaak niet over zult raken bij het schrijven over andere levensvormen.

Frida Kahlo zei dat ze de bloemen schildert zodat ze niet doodgaan. Ik schrijf over niet-menselijke levensvormen omdat ik ze meer ruimte wil geven om te leven. Ik schrijf over niet-menselijke dieren omdat ik ze wil begrijpen. Dat wil niet zeggen dat dat lukt, maar het is een stap in de goede richting. Zoals Charles Foster zei: ‘Perhaps, for a human, being an animal is just an extreme mode of empathy – no different in kind from what you need to be a decent lover or father or colleague.’

Ik ben benieuwd hoe ver dit experiment me kan brengen. Kan ik mijn empathie uitrekken tot hij ook vervuilde zoetwater meren, verschuivende duinen, smeltende gletsjers of levenloze achtertuinen behelst?  De poging strandt volgens mij vanzelf, daar waar de veelheid van stemmen het nut van poëzie overstemt en het belang van nederigheid mij inhaalt. Zo zijn meteen ook die vragen beantwoord. 

Winnaars Open Call: Empathie

Deze tijden van oorlog en crises vragen om reflectie op de samenleving die we zijn en willen zijn. Daarom hebben De Balie en het Amsterdams 4 en 5 mei comité opnieuw de handen ineen geslagen voor een Open Call. Uit de vele bijzondere en uiteenlopende inzendingen heeft de jury zes winnaars geselecteerd: 3 in de categorie ‘beeldende kunst’ en 3 in de categorie ‘literatuur’. De winnaars hebben een geldbedrag gekregen om hun concepten uit te werken en presenteren dit in het weekend van 4 & 5 mei. Lees hier meer over de winnaars van de Open Call.