TV NL EN

“Ik kreeg vier euro per uur, terwijl de baas fooi in zijn eigen zak stak.”

Door
De Balie Live Journalism

Portret – Daniël* (37) kwam in 2016 aan in Nederland. Zijn pogingen om een verblijfsvergunning te verkrijgen liepen tot nog toe op niets uit. Nu leeft hij zonder papieren in Amsterdam, waar hij met veel moeite zo nu en dan wat werk vindt. Volgens Daniël kreeg hij te maken met slecht werkgeverschap. Zo maakte hij als afwasser in een restaurant lange uren voor weinig geld. Nationaliteit: Iran.

In Iran had ik mijn eigen winkel. Als elektricien maakte ik beveiligingssystemen. Dat zou ik hier ook graag doen, maar alle wegen daartoe zijn voor mij afgesloten: camera’s zijn duur, en eigenlijk mag ik niet eens werken. Het is allemaal illegaal. Toch heb ik werk nodig: hoe moet ik anders mijn kleren kopen, mijn eten? En eigenlijk is voor mij het werk zelf nog belangrijker dan het geld dat ik ervoor krijg. Ik heb PTSD, ik heb veel last van trauma’s. Als ik de hele dag op mijn kamertje zit word ik ziek. Ik ben al eens eerder een tijd in het ziekenhuis beland, dat wil ik niet nog een keer meemaken. Ik ben mijn land niet ontvlucht om hier in het ziekenhuis te leven.

Daarom ben ik rond gaan vragen naar baantjes. Bij vrienden, bij hotels, bij restaurants… Vorig jaar vond ik na veel zoeken een baantje als afwasser in een Perzisch restaurant. De eigenaar vond het geen probleem dat ik geen papieren had. De meeste van mijn collega’s waren ook vluchtelingen. We maakten er lange dagen, voor vier of vijf euro per uur. Garantie dat je de volgende dag nog werk zou hebben was er niet. Het was geen fijne plek, maar we werkten er ook niet voor de gezelligheid. We werkten er uit noodzaak.  

Ik heb er zo’n twee maanden gewerkt. Op een avond werd het alweer heel laat. Het was 23:30, ik was ontzettend moe, en de eigenaar bleef maar klanten binnenlaten. Ik zei hem dat hij daarmee op moest houden: we moesten naar huis, uitrusten voor de volgende dag. Hij luisterde niet. Toen ben ik er weggegaan en niet meer teruggekomen. Die man gaf niks om zijn personeel, alleen maar om zijn inkomsten. Soms liet hij de kok vlees gebruiken dat al over de datum was. Fooien voor het keukenpersoneel stak hij in zijn eigen zak. Zelf had hij het goed. Hij reed rond in een mooie auto.

Sindsdien heb ik nog wat andere baantjes gehad. Op een gegeven moment raakte ik bevriend met een man die me af en toe klusjes gaf in zijn huis of tuin, en me aanbeval aan vrienden. Nu heb ik al een tijdje niets van hem gehoord. De laatste keer dat hij belde was een maand geleden. Vandaag had ik niet eens genoeg geld om brood te kopen.

Ik blijf rondvragen, maar veel mensen zijn bang iemand aan te nemen zonder papieren. Ik snap ook wel dat het de taak van de politie is om te controleren dat hier geen mensen illegaal werken. Maar aan de andere kant: wat kunnen ongedocumenteerden dan wel doen? Ik heb gelukkig vanwege mijn diagnose onderdak kunnen krijgen via Steunpunt Vluchtelingen, maar ik ken heel veel mensen die gebruik moeten maken van de nachtopvang, of die op straat slapen. Overdag hangen ze wat rond. Zo houd je deze mensen arm.

Toch wil ik hier blijven. Ik heb geen keus: als mensenrechtenactivist moest ik Iran ontvluchten. Het maakte me niet eens zo veel uit waar ik terecht zou komen, als het maar een veilige plek zou zijn. Een plek voor mij om te leven. Uiteindelijk belandde ik in Amsterdam en vroeg ik hier asiel aan, maar dat heb ik niet gekregen. De ondervragingen zijn heel stressvol – laat staan als je PTSD hebt. Alles heb ik achtergelaten, en vervolgens ben ik hier afgewezen. Dat doet me wel veel pijn.

*De echte naam van Daniël is bekend bij de redactie.

“Het was geen fijne plek, maar we werkten er ook niet voor de gezelligheid. We werkten er uit noodzaak.”